Jaar na jaar neemt het langdurig ziekteverzuim van meer dan één jaar toe in ons land, tot een recordhoogte van 3,76% in 2023. Ook het middellang verzuim tussen één maand en één jaar lag met 2,45% nooit eerder zo hoog. Die stijging loopt wel minder gestaag door een tijdelijke daling in 2020. Op de langere termijn bekeken, neemt ook het kort ziekteverzuim (minder dan één maand) toe. Het cijfer lag het voorbije jaar weliswaar lager (3,53%) dan in 2022 (3,82%), maar toen ging het om een eenmalige piek. In de coronajaren 2020 en 2021 lag het kortverzuim dan weer lager dan de globale tendens, op respectievelijk 3,15% en 3,25%.
De stijging van het ziekteverzuim wordt gedreven door een aantal onderling verbonden factoren. “Er is de toenemende werkdruk met hoge verwachtingen en strakke deadlines”, verklaart Edelhart Kempeneers, medisch directeur bij Attentia. “Dit wordt nog versterkt door de groeiende nadruk op individuele prestaties en productiviteit, vaak ten koste van het persoonlijk welzijn. Bovendien draagt de snelle technologische vooruitgang bij aan een ‘altijd bereikbaar’-cultuur. Maar er is ook een groeiend bewustzijn rond geestelijke gezondheid, waardoor medewerkers eerder geneigd zijn om ziekteverlof te nemen voor psychologische klachten.”
Leeftijd en geslacht
Wanneer de cijfers meer in detail bekeken worden, trekt Attentia enkele opvallende conclusies. Bij vrouwen ligt het langdurig ziekteverzuim dubbel zo hoog als bij mannen. Het langdurig ziekteverzuim neemt ook toe naarmate medewerkers ouder worden. Nog opvallend is dat het ziekteverzuim bij arbeiders een pak hoger ligt dan bij bedienden: 6,28% langdurig ziekteverzuim bij arbeiders, ten opzichte van 2,6% bij bedienden.
Zorg zwaarst getroffen
Bij de vergelijking van verschillende sectoren valt op dat de sector ‘vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten’ het laagste percentrage langdurig zieken heeft (1%). In tegenstelling hiermee heeft de sector ‘menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening’ het hoogste percentage langdurig zieken (9,9%).