Een spaaractie ten voordele van het verenigingsleven. Dat was het uitgangspunt van de actie die Koen Asselman (52) voor ogen had met de B’eetjes-actie.
“Het verenigingsleven heeft het niet gemakkelijk. Velen zijn met vallen en opstaan door de coronacrisis geraakt. De subsidiekraan bij steden en gemeenten wordt alsmaar minder opengedraaid. Omdat ik in mijn jeugd ook in het verenigingsleven bij de scouts heb vertoefd, weet ik dat elke euro meer dan welkom is.”
De verenigingen konden vooraf inschrijven om aan de B’eetjes-actie deel te nemen. In de zaak in de Dorpstraat kreeg elke vereniging een spaarbox. Bij elke aankoop van 15 euro kregen de klanten een jeton. Daarvan zijn er 45.228 de toonbank overgegaan. Die konden ze, naar willekeur, in de boxen van de verenigingen droppen. Hoe meer jetons, hoe meer er in de kas van de vereniging zou belanden.
“Dat de respons zo groot zou zijn, had ik niet verwacht. Een bewijs dat de verenigingen dit dorp levendig houden en dat is meer dan een schouderklopje waard. Met de B’eetjes-actie hadden we voor ogen dat ‘alle beetjes konden helpen’. Samen met onze partner Atelier Souffriau hadden we deze actie bedacht omdat op deze manier de koek mooi verdeeld is. Een grote vereniging met veel leden, verzamelde ook meer jetons, maar die hebben ook veel meer onkosten. We hebben de bons ter waarde van 6.000 euro mooi verdeeld”, geeft de uitbater mee.
Koen Asselman nam dertien jaar geleden de Proxi-zaak over. Sindsdien staat hij bekend als een sociaalvoelend persoon die geregeld zijn schuif opentrekt wanneer een vereniging komt aankloppen voor sponsoring. “In mijn zaak promoot en verkoop ik ook producten van lokale handelaars. Iedereen moet leven in deze moeilijke tijden. Het was ook een goed gevoel om alle verenigingen nog eens samen te brengen bij de overhandiging van de cheques in de Leestse huisbrouwerij Karrelees. Dat gebeurt veel te weinig, maar het vergroot wel de samenhorigheid. Ik ben een gelukkig mens. Wie niets geeft kan ook niets terugkrijgen is mijn slogan waarmee ik hier in het dorp mijn zaak run”, vindt Asselman.