“Het begint stilaan door te dringen dat het echt onze laatste dagen zijn. Op 29 november ben ik hier voor de allerlaatste keer als zaakvoerder aan de slag, vanaf 1 december is het aan Bassir en Zohreh. Het geeft wel een raar gevoel”, vertelt Peter Steurs (59) in zijn bakkerij op de hoek van de Dr. Van De Perrestraat en Helleblok in de centrumparochie Holven. Vanaf dan prijkt de naam Bakker Bassir op de voorgevel.
Eigenlijk hadden Peter en Astrid gepland om hun bakkerij nog een jaar of drie voort te zetten. Peter stapte in 1983 officieel mee in de bakkerij van zijn vader en oom. “Ik ben eigenlijk sinds 1991 zaakvoerder, maar bij het overlijden van mijn vader in 2008 hebben Astrid en ik alles officieel overgenomen. Maar al vanaf mijn twaalfde werkte ik iedere zaterdag en zondag mee. Mijn ouders namen letterlijk nooit vakantie. Dat zijn ze pas beginnen doen toen ik 18 was, nadat ik hen had kunnen overtuigen dat ik het tijdens hun afwezigheid wel kon redden in de bakkerij.”
Streekproducten
“Dat aan dat familieverhaal na 76 jaar een einde komt, was ook voor ons een beetje onverwacht. Ik had mijn chocolaterie al even te koop staan. Plots belde Bassir dat hij graag de hele bakkerij wilde overnemen. Astrid en ik moesten daar toch even over nadenken. Maar onze drie zonen kozen een andere weg. Het was niet zeker dat we over drie of vier jaar nog een overnemer zouden vinden, want dat is in onze sector sowieso heel moeilijk. Ik zou het verschrikkelijk gevonden hebben om nadien hier te moeten passeren en de zaak te zien leeg staan. Ik ben blij dat de bakkerij nu toch voortgezet wordt.”
Peter Steurs raakte in Geel en daarbuiten bekend als een bakker die graag met broden en streekproducten experimenteerde. De zoetigheden Dimpke en Geels Hartje zijn van zijn hand, hij lag aan de basis van de speciaalbroden waarin de lokale bieren Vliet, Zeunt en Vals Paterke zijn verwerkt, en hij haalde het oude recept van de Geelse saffraanmoppen weer vanonder het stof. “Al van jongs af aan probeerde ik nieuwe dingen uit, maar mijn oom hield dat altijd een beetje tegen. Vanaf 2008 kon ik dan echt mijn eigen zin doen. En dat is een beetje ontploft. Maar ik doe dat graag en heb die variatie nodig. Bassir neemt heel wat van die specialiteiten over. Hij mag ook de erkenning als streekproduct houden, op voorwaarde dat hij zich aan de recepten houdt. Samen gaan we het Dimpke nog opwaarderen.”
Eigen bakkerij
Bassir Mohammad vluchtte in 2008 weg uit Afghanistan, nadat hij ook een tijdje in Iran had gewoond en gewerkt. “Ik ben zes maanden onderweg geweest, de tocht via Griekenland en Italië verliep heel moeizaam”, vertelt hij. “Ik ben hier zonder geld aangekomen, maar ben direct naar school beginnen gaan, ook al duurde het ook tot 2014 voor ik mijn verblijfspapieren kreeg. Ik had in Iran in een bakkerij gewerkt en volgde daarom hier de bakkersopleiding aan Sint Jozef Geel. Ik was de eerste Afghaan die in 2009 bij bakkerij Verlooy (op de Pas in Geel, red.) aan het werk ging, ik bracht er nadien nog zes andere binnen. (lacht) Voor ons is het een grote stap om ineens een eigen bakkerij te hebben. Maar ik hou van het harde werk.”
Net zoals Astrid de winkel deed, gaat Bassirs echtgenote Zohreh Qayoomi zich over de klanten ontfermen. Daarvoor loopt ze al een maand mee aan Astrids zijde. De rest van het personeel blijft gewoon aan de slag. Bassir neemt vooral de broden van zijn voorganger over, maar voegt ook zelf zaken toe.
“Ik heb me de laatste jaren gespecialiseerd in patisserie, die wil ik hier nog meer introduceren. Dat deed ik in Iran ook al, hoewel het gebak daar nog veel zoeter is dan hier. Het belangrijkste is om goede kwaliteit te leveren. Het blijft afwachten, want hier in Holven zitten drie bakkers op een kleine oppervlakte. In de patisserie kan ik me wat onderscheiden. Maar het komt allemaal goed. Van ons openingsweekend op 1, 2 en 3 december maken we alvast een feestweekend.”
Met pensioen gaan of thuis zitten, ziet Peter Steurs straks niet zitten. “Ik wil absoluut nog enkele jaren werken, maar geen nachten meer of zes dagen op zeven. Ik ben daarom ook niet op de vraag van Bassir ingegaan om in de bakkerij te blijven. Hij moet zijn eigen ding doen. Ik wil iets doen waarbij ik mijn handen kan gebruiken en waarbij ik over nieuwe ideeën kan nadenken.”