Voka en de bedrijven in de Antwerpse haven waren al langer vragende partij om de “restgronden” te mogen gebruiken, maar de regelgeving liet dat tot nu toe niet zomaar toe. “Op basis van hun ruimtelijke bestemming konden die restgronden eigenlijk al veel langer worden ontwikkeld”, stelt Voka. “Maar alle inbreidingsprojecten samen hebben een impact op het leefgebied van roofvogels, waardoor er in het verleden geen vergunning kon worden verleend.”
De Vlaamse regering heeft het inbreidingsproject nu bestempeld als een project “van dwingende reden van groot openbaar belang”. Dat maakt ontwikkeling en inbreiding van de haven mogelijk op terreinen waaraan geen andere bestemming kan worden gegeven, klinkt het. Voorwaarde is wel dat er een engagement wordt aangegaan om de nodige natuurcompensaties te voorzien en nieuwe natuur te creëren die aansluit bij bestaande natuurgebieden in de omgeving.
“Doorbraak”
De gronden op de Linkerscheldeoever zouden voornamelijk worden ontwikkeld door bestaande havenbedrijven die hun sites willen vergroten. “Heel wat bedrijven in het gebied zitten daar al jaren op te wachten. Dit mag je dus gerust een doorbraak noemen”, zegt Stephan Vanfraechem van Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland. “Als bedrijven geen kans krijgen om verder te groeien, investeren ze niet meer in de haven van Antwerpen, en gaan ze hun activiteiten elders ontplooien.”
“Vandaag wordt eindelijk het licht op groen gezet en kunnen bedrijven hun individuele vergunningsaanvragen indienen. Bovendien moeten er geen nieuwe terreinen buiten de haven worden aangesneden.”