DANCING GALJOEN WORDT HOTEL2 Het omvangrijke complex van Dancing ‘t Galjoen staat al een tijdje leeg, maar nu zijn er plannen om het te slopen en er een zakenhotel met restaurant te bouwen. — © Hans Otten

Befaamde dancing ’t Galjoen ruimt baan voor hotel met 83 kamers

Het grote complex van Dancing ’t Galjoen op de hoek van de Grote Steenweg en Tongerloseweg in Geel staat al een tijdje te verkommeren. Maar mogelijk niet voor lang meer: in de plaats zou een groot zakenhotel met restaurant komen.

De vennootschap Hotel Kempen heeft een omgevingsvergunning aangevraagd om op de site van ’t Galjoen een zakenhotel met 83 kamers en een restaurant te bouwen. De locatie daarvoor is ideaal: het grote hoekperceel schurkt tegen de bedrijven- en industriezones van Geel-Punt en Oevel (Westerlo) rond de E313 en Albertkanaal aan. Achter de aanvragende vennootschap zit Rob Rutten, een telg van een Limburgse ondernemersfamilie, die in Paal het zakenhotel Mezzo Beringen uitbaat. Dat hotel zou dan met Mezzo Geel een broertje krijgen.

Nu ja, broertje… Qua hotelcapaciteit wordt Mezzo Geel met zijn 83 kamers groter dan Mezzo Beringen (51 kamers). Het restaurant op de Grote Steenweg in Geel kan zeventig eters tegelijk bedienen. Daarnaast omvat het hotelcomplex verschillende vergaderruimtes en kantoorfaciliteiten. Dat wil zeggen, op voorwaarde dat de aanvrager een vergunning krijgt. Het openbaar onderzoek over het dossier is dit weekend van start gegaan.

Dancing in verbruikszaal

Daarmee komt er dan ook een einde aan de geschiedenis van ’t Galjoen. Dat opende in de jaren tachtig de deuren als een hotel-restaurant met twintig kamers. Dat richtte zich – net als Mezzo – eerder op zakenlieden dan op toeristen. Maar ’t Galjoen zou in de decennia daarna vooral op een andere manier tot in de wijde omtrek van Geel bekendheid verwerven. Omdat er in het weekend geen zakengasten verbleven, wilde de exploitant extra leven in de zaak brengen door de verbruikszaal op zondagnamiddag als dancing open te stellen. Dat bleek zo succesvol dat ’t Galjoen stilaan vervelde tot een populaire baandancing, waar vooral een ouder publiek van heinde en verre massaal naartoe kwam.

Dancing ‘t Galjoen trok vooral een ouder publiek aan. Een beeld bij de heropening na het zoveelste faillissement in 2015. — © BVDL

Al liep het deze eeuw zakelijk niet altijd even vlot. Ook nu staat het omvangrijke en opvallende pand al een tijdje leeg. Nochtans had de provincie Antwerpen in 2005 nog een speciaal provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) opgemaakt zodat de horecazaak niet langer zonevreemd (in landbouwzone) ligt, en bovendien ook nog flink kon uitbreiden van twintig naar maximaal 85 kamers. Het is dat PRUP dat vandaag nog altijd de norm is voor nieuwe aanvragen.

Glazen inkom

“Het bestaande gebouwenbestand is sterk verouderd en voldoet niet meer aan de huidige vereisten voor een hoogwaardige horecazaak. Bovendien laat de beeldkwaliteit van zowel de gebouwen als de buitenaanleg te wensen over, en is een opwaardering wenselijk”, stellen de plannenmakers van MaMu Architects uit Hasselt droogjes vast. Het plan omvat daarom de volledige sloop van ’t Galjoen.

De tijden van de dancing lijken nu echt definitief voorbij. — © Hans Otten

In de plaats komt een opvallend gebouw met grote glaspartijen en extra veel groen rondom. Na een simulatie is berekend dat de site volstaat met 81 parkeerplaatsen: 32 bovengronds en 49 in een halfondergrondse parking. Die steekt zo voor een deel boven het maaiveld uit, waar bovenop het onthaal met de lobby, het restaurant, de ontbijtruimte en vergaderfaciliteiten komen te liggen. Blikvanger is de glazen inkom van twee verdiepingen hoog, met aan weerszijden de hotelkamers. Het gebouw is op zijn hoogste punt 14,5 meter.

Tijdens het voorafgaande overleg vroeg het stadsbestuur om zo weinig mogelijk ruimte te verharden. “Het is daarom de bedoeling om de buitenparking in grastegels aan te leggen. Aan de Grote Steenweg komt een voortuinstrook met onder meer wadi’s en speelse heuvels, aan de kant van de Tongerloseweg komt een groenscherm als groene inkom. Aan de westzijde (achterkant, red.) plannen we minder groenelementen, om het verre uitzicht over het landelijke groen niet te belemmeren.”