Het aantal Limburgse bedrijven dat internationaal actief is, stijgt verder. Vandaag zijn bijna 6 op de 10 Limburgse bedrijven met activiteiten aanwezig in het buitenland. In 2019 noemde iets meer dan 5 op 10 zich internationaal actief. Bij hen die dat vandaag (nog) niet zijn, worden er evenwel minder plannen gesmeed om afzet in het buitenland te gaan zoeken: bij amper 7% van deze groep leeft de ambitie om te gaan exporteren.
Uit de bevraging blijkt ook dat nagenoeg de helft van de exporterende bedrijven een duidelijke groei van het exportaandeel in hun zakencijfer vooropstelt. Dat zijn niet altijd fysieke goederen of producten. 1 op 3 exporteert ook diensten. Niet zelden wordt de combinatie gemaakt tussen producten, en services die daar aan gekoppeld zijn, zoals onderhoud, software, enzovoort.
Qua bestemmingen voor export neemt het belang van de buurlanden nog verder toe. Duitsland blijft de absolute koploper. 3 op 5 Limburgse bedrijven doet het ook buiten de EU. Daarbij wordt ook het Verenigd Koninkrijk gerekend. Het is vooral buiten de EU dat er nog een ruim groeipotentieel zit voor lokale ondernemingen die extra marktaandeel buiten de EU zoeken.
Azië blijft de belangrijkste verre exportbestemming, maar Noord-Amerika rukt op. Ook exportgerichte e-commerce biedt nog veel progressiemarge: slechts 1 op 6 exportbedrijven zegt via internet rechtstreeks aan buitenlandse klanten te verkopen en de uitbouw ervan zit slechts bij 1 op 7 van de exportmanagers in het takenpakket. 3 op 5 exportbedrijven heeft zo’n exportmanager in dienst. Limburgse exporteurs blijven als distributiekanaal hoofdzakelijk zweren bij eigen verkopers.
Gevraagd naar de troeven die exporterende bedrijven uitspelen, staat ’topkwaliteit’ leveren op één. Dit blijft hét verkoopargument bij uitstek voor Limburgse producten in het buitenland. Service staat met stip op de tweede plaats. Bijna de helft van de exporteurs van goederen stelt altijd of regelmatig ook services te koppelen aan producten die ze in het buitenland slijten. Toch wordt dit blijkbaar niet altijd als dienstenexport aanzien. In totaal is iets meer dan 1 op 3 van exporteur van diensten.
De buurlanden blijven ook de herkomst van import domineren, op de voet gevolgd door andere EU-landen, maar toch haalt meer dan 1 op 3 importeurs goederen of diensten bij leveranciers in China.
De voornaamste conclusies van het onderzoek:
* Amper 7% van internationaal nog niet actieve bedrijven heeft daartoe plannen
* 44% van de Limburgse bedrijven exporteert, gemiddeld 46% van hun omzet
* Een derde van exporteurs slijt (ook) diensten in buitenland
* 3 op 5 exporteert buiten EU, maar aandeel in export valt terug tot gemiddeld 11%
* Brexit-trauma enigzins afgeschud, Russische afzetmarkt gedecimeerd.
* Buurlanden als exportbestemming gaan verder crescendo, Noord-Amerika runner-up, 1 op 3 importeert uit China.
* 3 van de 5 exporteurs heeft exportmanager in dienst
En dan het oordeel:
Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg: “Het feit dat steeds meer Limburgse bedrijven hun blik richten op het buitenland is positief. Er ligt nog een enorm groeipotentieel over de Limburgse grens. Export wordt traditioneel gelinkt aan grotere bedrijven, maar we zien dat ook kleine lokale ondernemingen hun weg vinden naar het buitenland, niet zelden in niches of specialisaties. We hebben op dat vlak echte parels van bedrijven die zeer straffe exportcijfers kunnen voorleggen. Tegelijkertijd merken we dat het vooral voor kleinere bedrijven niet altijd gemakkelijk is om in het buitenland een lokale partner te vinden om zaken mee te doen. Daarom pleiten we met Unizo Limburg om vooral de maatregelen uit het uitgebreide pakket van FIT te benadrukken die het vinden en samenwerken met buitenlandse partners stimuleren. Daarnaast gaan wij vanuit Unizo Limburg verder inzetten om onze lokale kmo’s te laten exporteren naar de ons omringende landen. Eindhoven, Aken en Luxemburg liggen dichter bij huis dan pakweg Kortrijk en Oostende. Eens de stap naar de ons omringende landen is gezet, weten we uit ervaring dat volgende verdere stappen makkelijker volgen.”
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg, treedt hem bij: “Het is fijn om vast te stellen dat de internationale blik van onze Limburgse bedrijven steeds verder verruimt. Toch blijft er nog veel potentieel onbenut, zeker inzake export naar verre bestemmingen. Maar ook voor de excellente producten van onze dienstenbedrijven liggen er nog veel internationaliseringskansen. Net als in het koppelen van servicemodellen aan meer klassieke goederenexport en exportgerichte e-commerce. Een arsenaal aan exportondersteuning vanuit de overheid kan ons zeker nog versterken. Dat neemt niet weg dat ook maximaal moet ingezet worden op het flexibeler kunnen inspelen van onze bedrijven op internationale vraag. Naast uiteraard het herstellen van de internationale concurrentiekracht, want we merken dat onze bedrijven op dat vlak steeds moeilijker krijgen, o.m. door de kostenproblematiek.”