bxlterras Foto: Kristof Vadino

Terrasjes willen na de coronacrisis niet meer terug in hun kot, zelfs al zijn ze illegaal

Tijdens corona lieten stadsbesturen de terrassen op hun grondgebied gewillig uitdijen. Nu mondmaskers verleden tijd zijn, blijkt het niet eenvoudig om het terras weer in te dijken. “De laisser-fairementaliteit is blijven hangen.”

Wie begin deze zomer in hartje Brussel een boek wilde ontlenen in Muntpunt, lette maar beter op lijf en leden. De uitbater van een naburig café had een deel van het plein pal voor de bibliotheek afgezet met houten planken, om een terras af te bakenen. “Gevaarlijk en niet toe­gestaan”, liet het Brusselse stads­bestuur weten. De planken liggen er vandaag nog steeds.

Enkele honderden meters verderop, vlak bij de Beursschouwburg, moeten voetgangers zich sinds het begin van de coronacrisis persen tussen straatmeubilair en een veranda die de uitbater van café La Pièce illegaal op het voetpad optrok. “Niet toegestaan”, tweette Ans Persoons (One.brussels-Vooruit), toen schepen van Openbare Ruimte, in mei 2021.

Dik twee jaar later staat de veranda er nog: de uitbater vroeg post factum een vergunning, de procedure loopt. “Maar deze constructie is onmogelijk te vergunnen”, liet Persoons dit voorjaar verstaan op Twitter, na aanhoudende klachten.

Wat verder van het centrum, in de Lakensestraat, klopte de lokale politie vorige week aan bij Café Flamingo. De zitbanken die de café-uitbater op zijn terras liet plaatsen, zijn zo groot en zwaar dat ze ’s nachts niet binnengehaald kunnen worden. Dat is nochtans verplicht. Niet alleen werd het terras daardoor na sluitingstijd de geliefkoosde hangplek van drugs­verslaafden die door de wijk zwerven, ook kunnen voetgangers en rolstoelgebruikers er nog amper langs op het voetpad. Het café beloofde de banken weg te halen, maar dinsdag stonden ze er nog.

Boetes en sluitingen

Tijdens de coronacrisis bleek een terras het ei van Columbus. Sociale bubbels konden er elkaar ontmoeten in de openlucht, op veilige afstand van andere groepen. Na maanden van gedwongen sluitingen waren grote terrassen ook voor de horeca-uitbaters een welgekomen manier om de inkomsten op te krikken. Stadsbesturen maakten dan ook ruimhartig extra plek vrij. Zelfs parkeerplaatsen op straat – waar doorgaans niet aan kan worden getornd zonder protest – werden opgeofferd ten bate van de terrastafel.

In Brussel-stad verdubbelde het aantal terrassen van 500 precorona tot bijna 1.000 vandaag. Stadsmagazine Bruzz noteerde eerder ook al grote toenames in andere Brusselse gemeentes. Elsene vergunde dit jaar bijvoorbeeld voor het eerst meer dan 5.000 vierkante meter terrasruimte.

‘Privatisering’ van plein

Nu mondmaskers en handgels verleden tijd zijn, maar de terrassen nog steeds veel openbaar domein innemen, klinkt de vraag of de slinger niet te ver is doorgeslagen. Het Brusselse burgercomité Free54, dat eerder al actie voerde tegen wat het de ‘privatisering’ noemt van het Sint-Katelijneplein, richtte deze week op Instagram de pijlen op enkele terrassen op de Grote Markt van Brussel, die buiten de vergunde perimeters lijken te staan.

Fabian Maingain (Défi), schepen van Economische Zaken van Brussel-stad, erkent het probleem. “Het is inderdaad een werk van lange adem om de horeca­zaken te herinneren aan de regels die golden vóór corona. Dit jaar controleerden we al 900 terrassen. Zowat de helft was niet volledig in orde. En meestal gaat dat om de ruimte die ze inpalmen.”

Maingain zegt dat zijn diensten dit jaar al 51 keer boetes uitdeelden, maar die liggen erg laag: maximaal 300 euro. “Als de terrassen ook na een boete niet aangepast worden, sluiten we ze af, of sluiten we tijdelijk zelfs het hele café. Dat hebben we gedaan met de kroeg met een illegale veranda naast de Beursschouwburg (van café La Pièce, red.), die binnenkort een nieuwe controle zal krijgen. Bij velen is na corona een laisser-faire-mentaliteit blijven hangen.”