banania Foto: Conny Justé

Langst zittende cafébaas van de gemeente laat dorpscafé over: “De afgelopen twee jaar werkte ik zeven dagen per week”

Amper 18 jaar was hij toen hij dorpscafé Banania in Haacht overnam. Na onlangs door personeelsproblemen nog zijn restaurant in Haacht te hebben moeten overlaten, stopt Vincent ten Hove na 23 jaar ook met zijn gekende dorpscafé om zich volledig te wijden aan zijn resterende horecazaak, taverne Den Dijk. “Alleen zo is het nog haalbaar.”

Vincent ten Hove (42) had als jobstudent al geruime tijd in de horeca gewerkt. Toen hij net van de schoolbanken kwam, zocht hij er een vaste betrekking in. Een maand werkte de toen 18-jarige bij het Haachtse café Banania, toen de toenmalige uitbater op zoek ging naar een overnemer. Een zoektocht die van Vincent niet alleen de jongste maar ook langst zittende cafébaas van Haacht zou maken. Want alhoewel hij slechts 18 jaar was, wist hij de toenmalige cafébaas en de kredietverstrekkers te overtuigen.

“Niemand geloofde dat het mij als jonge gast zou lukken om dat café succesvol over te nemen”, blikt hij terug. “Dat maakte mij juist super gemotiveerd om iedereen van het tegendeel te bewijzen.” Hij kreeg het café én de renteloze lening, waarna het harde werk kon beginnen, al relativeert hij dat ook meteen. “Ik was toen zes dagen per week open”, vertelt hij. “Dagen waarop ik toch wel 16 tot 17 uren werkte. Maar eigenlijk was dat niet zwaar, want ik deed het heel graag.”

Vrouwen

Zijn zaak is een typisch dorpscafé waar jong en oud door elkaar zit en waar verenigingen, zoals de zaalvoetbal of de dartsclub, hun plek hebben. Met één specialleke, zoals hij het zelf omschrijft. “Vrouwen voelen zich hier blijkbaar op hun gemak”, bekent hij. “Ik zie hier al al die jaren geregeld vrouwen die hier een koffietje komen drinken, vaak alleen, iets wat ze in een ander dorpscafé niet meteen zouden doen, zeggen ze mij. Mijn cliënteel bestaat ook uit 50 procent vrouwen.” Naar de echte reden heeft hij het raden. “Het zal wel zowel aan mijn klanten als aan mij liggen”, aldus Vincent. “Als geboren Nederlander ben ik recht voor de raap, je weet wat je aan mij hebt.”

Door de jaren heen nam hij ook nog een ander café tegenover de deur (café Claude), een restaurant (’t Hofke) en taverne Den Dijk aan de gelijknamige sporthal over. Goed en betrouwbaar personeel maakte het hem mogelijk om dit te combineren. Maar dan kwam corona en zocht dat personeel andere oorden op om niet meer terug te keren. “Bij de eerste lockdown ben ik al met café Claude gestopt”, vertelt hij. “Bij de tweede vond ik een overnemer voor mijn restaurant. Ik gaf mij een jaar om dit café en de taverne dan maar zelf uit te baten, want goed personeel vinden, dat was bijna onmogelijk.”

Twee dagen verlof

Eén jaar zeven dagen per week werken, dat moest hem lukken. Maar intussen werden dit er al twee. “Dit jaar heb ik exact twee dagen verlof genomen”, bekent hij. “Met Nieuwjaar en Pasen. Al de andere dagen heb ik gewerkt en moest ik schipperen tussen mijn twee zaken, waar ik eigenlijk altijd achter de feiten aan liep.” Openingsuren moesten steeds worden aangepast, tijd voor zichzelf of voor een privéleven was er niet. Tot iemand vol enthousiasme bereid bleek om het café over te nemen. “Lang heb ik niet getwijfeld”, aldus Vincent. “Zowel voor mezelf als voor het café en de klanten is dit de juiste stap. ”

Eind juli stond hij een laatste keer achter de toog van het café waar alles begon. Sindsdien focust hij zich alleen op zijn taverne aan de sporthal, en doet hij weer wat hij zo graag doet. Want cafébaas zijn is nog steeds zijn droomjob. “Als ik het kan doen zoals ik het wil”, aldus Vincent. “Met geregeld een feestje of een optreden. Met af en toe een dagje vrij. En betrouwbaar personeel, zoals ik dat daar heb.”

Zijn vaste klanten zullen hem ook niet helemaal in de Banania moeten missen. “Ik kom zeker nog eens een koffie drinken”, belooft hij.