In de nacht van maandag 10 op dinsdag 11 juli sloeg het noodlot toe in café Soleil in de Korte Zoutstraat in Aalst. Eigenaars Glenn en Yari hadden nog maar drie weken heropend toen er brand uitbrak. Het café liep daarbij grote schade op. Aanvankelijk reageerde het duo behoorlijk aangeslagen, maar twee weken later zijn ze positief over een heropening. Al zit die er nog niet meteen aan te komen.
Pop-upzomerbar
Wel mochten Glenn en Yari maandag tijdens het na-Tourcriterium hun terras al opnieuw openen. “We kregen daarvoor toestemming van de stad”, zegt Glenn. Voor de rest van de zomer zijn er al plannen om een soort pop-upzomerbar te openen. “Op die manier kunnen we toch al een beetje heropenen, maar voorlopig is daar nog geen definitieve beslissing over gevallen”, zegt de uitbater.
“We zijn alle vrienden, familie en kennissen die ons de voorbije twee weken hebben gesteund en nog altijd steunen, enorm dankbaar”, zegt Glenn. “Zo stelt Lindemans Aalst haar pand aan de overkant van de straat beschikbaar, zodat onze klanten daar naar het toilet kunnen gaan. Daar kunnen we ook ons materiaal zetten. En binnenkort zal een lokale tatoeëerder zonnetjes tatoeëren om ons te steunen.”
Ten vroegste in november
Wanneer het café zelf opnieuw kan openen, is nog niet duidelijk. “De verzekering is nog altijd bezig met het dossier. Nu blijkt ook dat de oorzaak van de brand niet bij de frigo’s ligt”, zegt Glenn. “Pas wanneer de verzekering klaar is, krijgen we echt zicht op de omvang van de schade en kunnen we naar een eventuele heropening toewerken. Wellicht zal dat ten vroegste vanaf november zijn. We hopen nog de kerstperiode mee te kunnen pikken, maar als het later zal zijn, hopen we toch voor carnaval te kunnen heropenen. We zijn al blij dat we deze zomer wellicht kunnen overbruggen met ons terras.”
Ook andere evenementen ten voordele van café Soleil staan al op de agenda. “Op 11 augustus houden we bijvoorbeeld al zeker een afterwork in de Admiraal in Aalst”, zegt Glenn. “We hopen dat we deze zomer op goed weer kunnen rekenen zodat het toch niet helemaal een verloren periode wordt.”
