julietta © Dirk Vertommen

De ‘warme’ gelato van Gelateria Julietta: “Zonder deze tophelpers zou ons dit nooit lukken”

Bij Gelateria Julietta op de Steenweg in Mechelen kan je tijdens deze hete zomer genieten van een heerlijk fris Italiaans gelato-ijsje. De smaken die de medewerkers inscheppen zijn vaak origineel en soms zelfs bijzonder, want wat dacht je bijvoorbeeld van een gelato van witte koffie? Na een namiddagje ijs maken is de slotconclusie toch nog verrassend: de mensen -vaak met een beperking- in de zaak zijn minstens even bijzonder dan het ijs dat ze maken. Of hoe een ijsje op een bepaalde manier toch ook ‘warm’ kan zijn.

Broer en zus Thomas en Elise Peeters openden op 9 april hun zaak in de schaduw van de Sint-Romboutskathedraal. Ze bereiden er Italiaanse gelato. “Gelato heeft een andere textuur dan het ijs dat wij hier kennen. Het is minder vettig en wat ons betreft zit er meer smaak in”, legt Thomas uit.

“Fior di latte is het basisijs in Italië. Daar maken ze geen vanille, maar fior di latte, een gelato waarin je de melk heel goed smaakt en waar dus geen vanille in zit. Het is een basis die je zo kan eten, maar van waar je ook kan vertrekken om bijvoorbeeld amarenakersgelato of straciatellagelato te maken. De Mechelaars kennen gelato soms nog niet zo goed, maar ze staan er wel voor open en we krijgen leuke reacties. Wie twijfelt aan een smaak, laten we gewoon even proeven”, legt Thomas uit.

Er zitten heel wat leuke smaken in het kleurrijke aanbod zoals bijvoorbeeld de heerlijke kastanjegelato. Een andere verkoopshit is de gelato ‘witte koffie’. “Dan laten we koffiebonen van de Mechelse koffiebranderij De Kraanvogel zes uur weken in onze basis. Zo krijg je een subtiele koffiesmaak in je ijs, die wat mij betreft fijner is dan mensen gewoon zijn van traditioneel mokka-ijs. Er is ook geen kleuroverdracht, vandaar dat we de naam ‘witte koffie’ geven”, zegt Thomas.

Altijd paraat

Vandaag is Ferre Ratajczak van de partij om Thomas te helpen. Hij is een 17-jarige medewerker die twee of drie keer per week een handje komt toesteken. “Als we hem bellen, dan is hij altijd paraat”, zo kondigt Thomas zijn trouwe helper aan.

“Thomas maakt de basis, ik werk het ijs af met de machine. Als ik klaar ben, dan ga ik soms nog helpen met ijs scheppen, dat vind ik ook wel eens leuk”, vertelt de jonge Mechelaar.

“Eerst maken we de sorbets, de notenvarianten maken we op het einde van de dag om zeker geen sporen in de andere ijssoorten te veroorzaken voor mensen die allergisch zijn. Ik probeer de potten altijd goed uit te krabben met de pottenlikker, om niets verloren te laten gaan. Het ijs op een ordelijke manier uit de machine in de bak scheppen, dat vind ik het moeilijkste, maar ik kan het ondertussen wel vrij goed”, aldus Ferre.

Zestien medewerkers

De medewerkers zijn hier bijzonder. “We hebben hier mensen in dienst die op het reguliere arbeidscircuit moeilijk aan een job kunnen geraken. Eerst wilden we ons op mensen met het syndroom van Down richten, maar al snel ontdekten we dat er veel meer vraag was bij mensen met autisme, verstandelijke beperking, niet-aangeboren hersenletsel, ADHD, enzovoort. Er zijn nu zestien mensen die voor ons werken, ze hebben allemaal hun beperkingen maar vooral ook talenten. Zonder deze tophelpers zou ons dit nooit lukken”, zegt Elise.

De enthousiaste helpers krijgen trouwens betaald. “We zijn van het principe dat als je voor ons werkt, dat je dan ook betaald wordt. Daar voelen we ons het beste bij. Ze verliezen dan enkel een stuk van hun inkomensvervangende tegemoetkoming. Er zijn wel twee medewerkers die er uit principe op staan om niet betaald te worden en enkel als vrijwilliger willen werken. Daar hebben we dan uiteraard ook respect voor”, vertelt Elise.

Ferre is alleszins heel blij met de kans die hij hier krijgt. Hij laat ook de hele dag door zien dat hij zijn uiterste best doet om alles goed te doen. “Ik doe dit werk heel graag. Daarom wil ik zorgen dat het allemaal juist is wat ik doe. En ik proef tussendoor ook graag”, geeft hij toe.

Thomas en Elise kunnen hun glimlach niet bedwingen. “In het begin at hij constant ijs. Je kon hem bijna niet zien zonder een groot potje in zijn hand. Hij had er zelfs een buikje van gekregen”, lachen ze. “Dat buikje is ondertussen gelukkig al weg. Ik ben gewoon al heel mijn leven een enorme fan van ijsjes. Als je dan de kans krijgt om in een ijszaak te komen werken, dan is het moeilijk om eraf te blijven. Maar ondertussen heb ik geleerd om wat te minderen. Maar het smaakt me nog altijd super goed”, lacht Ferre.