Met 19.902 nieuw opgerichte ondernemingen (17,2 procent van de totale starterspopulatie in België) gaat de provincie Antwerpen de andere Vlaamse en Waalse provincies ruim vooraf. Op de tweede plaats volgt Oost-Vlaanderen met 15.495 starters in 2022 of een aandeel van 13,4 procent. Vlaams-Brabant komt op de derde plaats met 13.921 starters (aandeel van 12,0 procent). West-Vlaanderen telde 10.476 starters.
De provincies met de kleinste relatieve aandelen starters zijn terug te vinden aan Waalse zijde, met als uitschieters Luxemburg (aandeel van 1,5 procent), Namen (aandeel van 3,3 procent) en Waals-Brabant (aandeel van 3,5 procent). Ten opzichte van de voorbije jaren blijven deze verhoudingen zo goed als ongewijzigd.
Goed nieuws is dat starters in West-Vlaanderen best scoren als het om de overlevingsgraad gaat, met 68,3%. Niemand doet beter.
Rol van de overheid in vraag
Bij Unizo, dat meewerkte aan de studie, worden de nieuwe cijfers onthaald met bezorgdheid. “De huidige economische en geopolitieke omstandigheden spelen zeker mee”, zegt topman Danny Van Assche. “De hoge energie-, grondstoffen- en loonkost zorgen voor een onzeker ondernemersklimaat. Ook voor de gevestigde ondernemers is het niet makkelijk, dat merken we aan het stijgend aantal faillissementen en stopzettingen. We moeten zeer oplettend zijn dat onze startersmotor niet sputtert of stilvalt. Ondernemers moeten zich gesteund voelen door de overheden. Ook het onderwijs heeft een rol te vervullen in het stimuleren van ondernemerschap. Nu de discussie over de nieuwe eindtermen bijna beslecht is, stellen we vast dat de competentie ‘ondernemingszin’ maar zeer marginaal ingevuld wordt, terwijl jongeren in een technische of beroepsopleiding net meer kans hebben om direct na hun opleiding in het secundair onderwijs een onderneming op te starten. Ondernemerschapscompetenties moeten dan ook zeker meegenomen worden in deze opleidingen in de 3de graad. Een back-up optie is dat er een 7de jaar ondernemerschap wordt gecreëerd. Voor jonge ondernemers wordt de basis voor duurzaam ondernemerschap gelegd in het secundair en hoger onderwijs.”
Welvaart van morgen
Toch is niet alles kommer en kwel, volgens Unizo. “Na het recordjaar 2021 is een terugval in 2022 niet onlogisch”, denkt Van Assche. “Met 115.645 starters bereiken we nog steeds het op één na beste jaarcijfer ooit. Dat de dalende tendens aanhoudt, baart ons wel zorgen. Door het stijgend aantal stopzettingen dreigt ook de netto groei te stagneren. We kunnen dan ook niet genoeg hameren op het belang van een goed en gezond ondernemersklimaat waar starters de ruimte hebben om te groeien en te experimenteren. Startende ondernemers van vandaag zorgen voor de welvaart van morgen.”