Komende herfst kan je Gert De Winter terugvinden op de schoolbanken. Hij gaat opnieuw studeren: geschiedenis, aan de Universiteit Antwerpen. Niet dat hij bijkomende competenties nodig heeft. De Winter – econoom van opleiding – is de grote baas van Baloise Group, de Zwitserse verzekeringsreus die ook in België een grote poot heeft. Die wielerploegen, voetbalclubs en loopwedstrijden sponsort. Die in heel Europa 8.000 werknemers heeft, die in 2022 een omzet van 9 miljard euro draaide en die 560 miljoen euro winst maakte.
De Winter wordt vaak omschreven als een van de invloedrijkste CEO’s van ons land. Een “schoon compliment” noemt hij dat, zonder meer. “Ach. Of je nu leiding geeft aan 80 mensen, of aan 8.000: zo’n groot verschil maakt dat niet. Je werkt toch altijd met een klein team rond je. Je hebt toch altijd evenveel uren in een dag.” Stress? Dat heeft hij niet meer. “Adrenaline, dat wel. Als ik een grote speech moet geven, of als ik in New York samenzit met investeerders. Maar echt stress? Nee. In het begin van mijn carrière wel. Nachtenlang heb ik wakker gelegen. Mezelf constant afgevraagd: Kan ik het wel? Die knop heb ik omgedraaid. Op den duur drijf je op ervaring en intuïtie.”
Nu draait hij nog een knop om. Begin 2022 had hij de diagnose gekregen: slokdarmkanker. Doorheen zijn chemokuur – in Zwitserland, met zijn uitstekende gezondheidszorg – was hij gedeeltelijk blijven werken. Niet evident, in een periode waarin hij tijdens het tandenpoetsen twee keer moest gaan zitten, wegens té vermoeiend. “Ik heb ook veel uit handen gegeven”, zegt hij. “Maar de strategische thema’s bleven bij mij. Werk was mijn therapie. Krisje, mijn vrouw, zag het ook: als ik aan mijn laptop zat, kwam er een glimlach op mijn gezicht.” In augustus, na een geslaagde operatie, begon hij opnieuw voor honderd procent. Maar straks, op het einde van juni, stopt hij toch. De prioriteiten in zijn leven zijn veranderd.
Aaneenschakeling van toevalligheden
Werken heeft vanzelfsprekend altijd op het voorplan gestaan. Niet dat er een masterplan bestond om internationaal top-CEO te worden. “Ik geloof daar ook niet in. Het leven is een aaneenschakeling van toevalligheden. Ik heb me doorheen mijn carrière altijd twee vragen gesteld. Doe ik het nog graag? En: leer ik nog iets bij? Zolang het antwoord twee keer ja was, deed ik verder.”
Maar het mag duidelijk zijn: ver komen is altijd de bedoeling geweest. Het is hem door zijn vader ingelepeld. “Mijn vader was een kind van de oorlog. Een kind in een gezin van acht, ook. Hij moest op veertien jaar van school af en werken, terwijl er veel meer inzat. Wat voor hem een gemiste kans was, moest er bij mijn zus en bij mij wél uitkomen. Een negen halen was goed, tien was beter. De tweede van de klas zijn was oké, eerste zijn was beter. Mijn generatie is nog grootgebracht met de gedachte: work-life balance? Nee, work alleen!” (lacht)
Kanker morrelde aan die strikte werkethiek. Toen De Winter te horen kreeg dat er een tumor op zijn slokdarm zat, kreeg hij erbij te horen dat zijn overlevingskans fiftyfifty was. “Ik was ervan overtuigd dat mijn leven voorbij was”, zegt hij. Een dag na het verdict, met zijn nieuwe zwarte overtuiging op zak, beviel zijn oudste dochter van haar eerste kind. Hij zei niets, om haar geboortegeluk niet te vergallen, maar het vrat hem op, dat de uitersten van het leven zo dicht bij elkaar konden liggen.
“Een paar dagen na mijn diagnose regende het enorm hard. Ik ben buiten gaan staan, in het nat, om die regen te vóélen. Om maar te zeggen: je beleeft de dingen anders, als je zo’n ingrijpende mededeling krijgt. Niet dat ik nu nog in de regen ga staan. Ik zit opnieuw in de ratrace. Ik boei me opnieuw op als het file is. Maar ik wil geen afwezige grootvader zijn. Ik wil mijn kleinkind zien opgroeien”, zegt hij.
Grote boodschappen
Niet dat hij een volledig afwezige vader was. In de week was hij altijd weg – pendelend tussen Antwerpen en Luxemburg, Frankrijk, Nederland en later Zwitserland – maar in het weekend was hij altijd van vadercorvee. Elke zaterdag nam hij zijn dochters – nu 30 en 27 – mee voor grote boodschappen bij de GB.
De Winter, die opgroeide in Wilrijk, was eerst zestien jaar actief bij consultancybedrijf Accenture. In 2005 begon hij bij de Antwerpse verzekeraar Mercator, die later opging in Baloise. In 2009 kreeg hij de leiding over de Belgische tak, sinds 2016 staat hij aan het hoofd van de groep. Sindsdien woont hij met zijn vrouw Krisje afwisselend in Basel, in Zwitserland, en in Schilde, bij Antwerpen.
Straks komt hij helemaal terug naar Vlaanderen. Voor zijn moeder en schoonmoeder, die allebei de 85 voorbij zijn en allebei nog alleen wonen. Voor zijn dochters. Voor zijn kleindochter van zestien maanden. Maar ook om een reeks dromen en niet-professionele ambities te verwezenlijken. “Noem het een bucketlist.” Die studie geschiedenis, die hij als jonge gast eigenlijk al wilde volgen. “Maar toen ik zeventien was, besefte ik dat dat economisch gezien misschien niet de beste optie was, dus heb ik economie gestudeerd.”
Een vliegbrevet. “Nog zo’n oude droom. Als kind wilde ik piloot worden. Maar mijn kleurenblindheid stond in de weg. Je mocht niet vliegen als je het verschil tussen groen en rood niet kan zien. Maar dat is nu geen obstakel meer.” Dus hoopt hij straks zelf de stuurknuppel van een klein vliegtuig in handen te hebben. Derde bucketlistitem: zijn managementskills ten dienste stellen van de sociale economie. “Ik heb veel mogen doen, heel veel gekregen. Nu wil ik teruggeven. Er zijn veel waardevolle initiatieven – voor kansarmen, voor het klimaat, voor vluchtelingen – die stranden omdat ze organisatorisch niet sterk genoeg zijn. Daartoe kan ik hopelijk mijn steentje bijdragen.”
Redelijk relaxed
Wat niet meer op zijn lijstje staat, is een betaalde baan. De Winter zal iets soberder moeten leven, maar toch. Financieel is hij – in zijn woorden – “redelijk relaxed”. Overigens was het altijd zijn bedoeling om, na zijn carrière, zijn leven nog een draai te geven. Kanker heeft de nood aan zo’n nieuwe draai versterkt. En hem in een stroomversnelling gebracht. “Ik ben geconfronteerd met mijn eindigheid. Misschien heb ik niet meer zoveel tijd. Dus wil ik die invullen met familie, met dromen, met plezante dingen.” En die tijd mag lang duren. Bij zijn diagnose waren de dokters nogal pessimistisch, sinds zijn geslaagde operatie zijn ze eerder positief.
De Winter oogt ook gezond. En scherp. Die slokdarmoperatie heeft een maagverkleining met zich meegebracht. De porties die hij eet, zijn nog half zo groot als vroeger. Werden zijn maatpakken pre-diagnose bemeten op een man van 82 kilo, dan is daar nu zeker vijftien kilo af. Al sluipt er nervositeit in zijn hoofd. Komende week moet hij, voor het eerst in zes maanden, opnieuw op controle. “Vijfenhalve maand was ik zorgeloos. Nu is het opnieuw met spanning uitkijken naar de volgende CT-scan.”
Maar vraag hem of hij gelukkig is, en hij twijfelt geen seconde. “Luister. Ik was als kind niet zo sterk. Ik heb longontstekingen gehad, klierkoorts, rode koorts. Ik was een krakende wagen. Maar er is mij of mijn familie nooit iets ergs overkomen. Ik kijk rondom mij en ik denk: Amai, ik heb uitzónderlijk veel geluk. Het rad van fortuin draait, en ik ben altijd bovenaan uitgekomen. Maar op een bepaald moment beland je onderaan. Dat is gebeurd.” Hij lacht. “Maar het rad draait verder. En ik zal weer bovenaan uitkomen.”