De elektrische vrachtwagens van DAF zijn een logische volgende stap in het streven van de Nederlandse autobouwer om de CO2-uitstoot omlaag te krijgen. Als eerste en enige in Europa deed DAF dat de afgelopen jaren al door zijn in Oevel (Westerlo) gebouwde truckcabines een betere aerodynamica mee te geven door ze iets langer te maken. Dat alleen al resulteerde in 10% minder brandstofverbruik.
Vanaf 2018 begon het bedrijf ook aan de productie van elektrisch aangedreven vrachtwagens. “De eerste modellen konden amper 100 kilometer ver rijden vooraleer ze een oplaadbeurt nodig hadden”, zegt DAF-woordvoerder Rob Appels. “Vandaag zitten we met de trucks die we op onze nieuwe assemblagelijn produceren al aan 500 kilometer, en daar zit de volgende jaren nog rek op.”
Verbrandingsmotor niet opgeven
Innovatief is ook dat de nieuwe generatie elektrische DAF-trucks aan de laadpaal op 45 minuten tijd 80% van hun batterij voltanken. Dat is een voordeel, want reken er maar op dat je een elektrische vrachtwagen gemiddeld tweemaal per dag zal moeten opladen. Maar die gunstige vooruitzichten betekenen niet dat DAF de verbrandingsmotor afschrijft. “Vergeet niet dat een elektrische vrachtwagen nog altijd twee- tot driemaal zoveel kost als een diesel”, zegt DAF-president-directeur Harald Seidel.
Hij wijst er ook op dat een transporteur van een vrachtwagen erop rekent dat zijn truck 1,6 miljoen kilometer kan bollen voor hij is afgeschreven. DAF zet daarom ook volop in op de ontwikkeling van motoren die lopen op waterstof. “Met een waterstofmotor blijft de kennis en de technologie van de verbrandingsmotor ook in Europa. Schrijf dus de verbrandingsmotor niet af, want die heeft een schone en een duurzame toekomst.”
Bovendien blijft diesel voor de lange afstanden nog altijd aan zet, omdat je voor een elektrisch aangedreven truck te veel batterijen zou moeten meenemen, wat de truck veel te zwaar zou maken. Daarnaast is er het probleem van de laadinfrastructuur. “Wij hopen dat de overheid vaart maakt met de aanlevering van voldoende stroom voor een elektrisch wagenpark én de uitbouw van een netwerk van openbare laadpalen”, zegt Harald Seidel.
Wat die laadpalen betreft, gaat het bij trucks niet alleen om de paal zelf. Een personenwagen slinger je zo aan de laadpaal, maar een vrachtwagen moet de nodige manoeuvreerruimte krijgen. Die infrastructuur moet op Europese schaal ook worden aangelegd.
Productie naargelang de vraag
Maar dat de markt stilaan klaar is voor elektrische vrachtwagens die over kortere afstanden beleveren, blijkt uit het feit dat de Nederlandse overheid de subsidieaanvragen voor de switch niet kan bijhouden. “Nederland heeft 30 miljoen euro aan subsidies klaarzitten om te investeren in elektrische trucks, maar er zijn op dit moment al voor 120 miljoen euro aanvragen”, zo rekent Seidel voor.
De elektrische DAF-trucks krijgen in de fabriek in Oevel aangepaste cabines, met onder andere een vernieuwd dashboard. De cabine-productie in Westerlo gaat momenteel (nog) niet omhoog, want voorlopig gaat DAF kleine aantallen elektrische vrachtwagens produceren, naargelang de vraag van de markt. “Op dit moment zijn het er twee per dag”, zegt Rob Appels.
“Per jaar zijn er dat dus enkele honderden, al hopen we op termijn op te schalen naar enkele duizenden. Tegen dan zouden onze trucks al tot 800 kilometer zonder oplaadbeurt moeten kunnen rijden. Een voordeel is dat de klant bij ons het aantal batterijen dat hij nodig heeft zelf kan bepalen. Je kan ze kiezen in pakketten van twee, vier, zes en acht. Je kan beginnen bij twee wanneer je bijvoorbeeld in de stad alleen maar supermarkten wil bevoorraden. Eén pakket weegt 800 kilo. Je kan, indien nodig, ook later batterijpakketten bijplaatsen.”