Eigen Kweek Mechelen Foto: Dirk Vertommen

Laatste boer van Mechelen-stad tovert eigen aardappelen om tot frietjes in frituur Eigen Kweek

MECHELEN - De laatste landbouwer op Mechels grondgebied, de deelgemeenten niet meegerekend, is een schoolvoorbeeld van een landbouwbedrijf waar de korte keten en de circulaire economie hand in hand gaan. Onze reporter trok op bezoek bij de familie Van de Vliet en bij frituur Eigen Kweek. “Wij hebben geen last van het stikstofdossier: vooral de hele grote bedrijven hebben een probleem omdat ze hun mest niet kwijt geraken”, zeggen ze.

Drie Jack Russels en een boerenfox verwelkomen de bezoekers luid keffend op het erf van de familie Van de Vliet in de Geerdegemstraat in Mechelen. Drie generaties wonen hier vlak bij elkaar, apart maar toch samen. Warre (82) is de pater familias. Jordy (28) is de jongste en steeds meer de drijvende kracht achter het landbouwbedrijf van de familie. Zijn moeder, Sonja, wordt door Warre niet als landbouwer beschouwd. “Zij is een frituriste en geen boerin”, zegt hij kordaat. Ondertussen is één van de Jack Russels op mijn schoot gesprongen en ook de boerenfox wil vriendjes worden. “Hij heet ‘patatje’”, zegt Sonja (60).

 

 

Patatje is een mooi bruggetje om meteen ter zake te komen, want bij de Van de Vliets draait zo niet alles dan toch veel om aardappelen. “Het zijn mijn ouders die hier ooit met de boerderij begonnen zijn”, legt Warre uit. Ondertussen neemt zijn kleinzoon Jordy het grootste deel van de taken op zich. Naast het kweken van aardappelen zijn er ook nog bijna zeventig koeien en doet het bedrijf aan loonwerk, zoals het oogsten van maïs, maaien, bieten rooien of het leeghalen van septische putten. En natuurlijk is er het uithangbord: Frituur Eigen Kweek, dat Sonja uitbaat. Het is het eindstation van het mooie verhaal van dit landbouwbedrijf waar de korte keten en de circulaire economie hand in hand gaan.

 

 

Koelcel

“Normaal zouden we nu onze jonge patatten aan het planten zijn”, steekt Jordy van wal. “Maar de grond is te nat. Voorlopig hebben we nog genoeg aardappelen over van de vorige oogst om de frituur te bevoorraden. Wist je dat elk seizoen een aardappel heeft? We beginnen met de vroege, die oogsten we eind juni of begin juli, daarna zijn er de aardappelen van de middenperiode die we half augustus oogsten en de late die eind oktober uit de grond worden gehaald. We zetten meestal 6 hectare. De oogst gebruiken we voor de frituur en voor de verkoop aan particulieren. Als er nog overschot is, verkopen we die aan een aardappelverwerkend bedrijf.”

De aardappelen worden op het bedrijf opgeslagen in een grote, donkere koelcel die bijna hermetisch kan worden afgesloten. “Om ervoor te zorgen dat de aardappelen niet gaan kiemen moeten ze donker en koel bewaard worden. Om de zoveel tijd wordt in de grote koelcel ook een gas gespoten dat het kiemen tegengaat.”

 

Old School

Daarna gaan de patatten één voor één (!) door de handen van moeder Sonja. “We hebben een schilmachine, maar elke aardappel gaat door onze handen en wordt manueel ontdaan van bruine plekjes die de schilmachine niet heeft verwijderd. Daarna worden ze tot friet gesneden. Dat gebeurt ook machinaal. We kiezen voor een maat 10 mm x 10 mm. Dat is iets kleiner dan diegene die je van de fabriek kunt kopen, maar dat komt omdat zij het patent hebben op maat 11 mm x 11 mm.”

De vraag of je het verschil proeft met die aangekochte frieten had ik beter niet gesteld. Ik krijg meteen een paar verontwaardigde blikken op mij gericht. “Natuurlijk, dat proef je heel goed. Ten eerste zit er een ‘gas’ op de frieten die je van de fabriek koopt. Dat zorgt ervoor dat ze goed bewaard kunnen worden. Ten tweede heb je bij ons altijd frieten van dezelfde aardappelen. Als je ze van de fabriek koopt, weet je niet waar ze geteeld zijn. Dat betekent dat er ook een smaakverschil kan zijn. Ook bij ons verandert de smaak naargelang het aardappelseizoen vordert. Het zetmeelgehalte en de suikers evolueren. Hoe meer suiker erin zit, hoe sneller de frieten bruin bakken. Elke dag doe ik een proefbak om te zien op welke temperatuur ze best gebakken worden. De nieuwste frituren zijn volledig geautomatiseerd, maar dat past niet in ons plaatje. Wij werken nog ‘old school’. We hebben ook twee jaar gezocht om de beste soort aardappelen te kweken voor onze frieten. Ze zijn mooi ovaal en heel goed van smaak.”

 

 

Zingende frieten

“Om een goeie friet te serveren, moet je ze ook op een correcte manier bakken. Wij bakken in palmvet. Ossevet is goed voor bij je thuis, maar het maakt dat de frieten zwaarder op de maag liggen. Je krijgt er ook een ‘plakmond’ van. Wij bakken onze frieten voor op maximaal 138 °C en het afbakken gebeurt op 160° C. Op die temperatuur garen de frieten het best en geven ze de mooiste kleur. Als je ze hoort zingen, dan zijn ze klaar.”

De artisanale manier van werken valt letterlijk in de smaak bij heel wat klanten. Die komen trouwens niet alleen uit de onmiddellijke omgeving. “Elke zomer komen hier enkele Nederlanders die op de terugweg zijn van Frankrijk en hier stoppen voor een frietje.” Niet alleen de frieten worden huisgemaakt, ook het stoofvlees. “Ik koop het vlees bij een lokale boer die de dieren zelf slacht. Het staat een hele dag te pruttelen op mijn houtkachel zodat het lekker mals wordt. Ook de tartaarsaus maak ik zelf”, zegt Sonja.

Mesten met GPS

‘Vanuit de grond tot in de mond’ is de slagzin die de familie Van de Vliet graag gebruikt. Maar het gaat eigenlijk nog een stap verder. Want vanuit de mond gaat het naar de maag en vanuit de maag gaat het naar het toilet en de septische put. Die wordt indien nodig door Jordy leeggemaakt. Hij brengt alles dan naar Aquafin om te zuiveren. “We mogen dat niet meer op het land sproeien. Wat we wel gebruiken, is de mest van onze zeventig koeien. Omdat we hier niet tegen een natuurgebied zitten is er ook geen probleem wat stikstof betreft. Het mesten gebeurt trouwens volledig GPS-gestuurd, zodat elk stukje grond mooi evenveel mest krijgt.”

Als jonge landbouwer erkent Jordy de problemen die zijn jonge collega’s ondervinden maar zelf heeft hij weinig last van de nieuwe regels en wetten. “Wij zijn eerder een kleinschalig bedrijf. Vooral de hele grote bedrijven hebben een probleem omdat ze hun mest niet kwijt geraken. Ik zit wel in het bestuur van de Groene Kring van Mechelen. Ik zie het nog zitten voor de toekomst.”

Frituur Eigen Kweek in de Geerdegemstraat 35 is van woensdag tot zondag open tussen 17 en 21u.