België heeft ook internationaal een reputatie te verdedigen als het gaat over het geïnstalleerd vermogen van offshore windenergie. Dit is te danken aan het feit dat de haven van Oostende een volle dochteronderneming – Renewable Base Oostende (REBO) – heeft uitgebouwd. Dit zorgt er mee voor dat Haven Oostende momenteel dé logistieke offshore windhub is in het zuidelijke deel van de Noordzee.
In totaal zijn er actueel 399 windturbines geplaatst in het Belgische gedeelte van de Noordzee, wat dan weer goed is voor een directe tewerkstelling van circa 800 voltijdse equivalenten in Oostende. Heel wat internationale topbedrijven actief in de bouw, het onderhoud en het operationeel houden van de energieproductie zijn gevestigd in Oostende.
Sleutelen aan infrastructuur
De Oostendse haven is al lang niet meer het lelijke eendje waarvoor het lange tijd werd versleten. Oostende wil nu vooral zijn duurzame status behouden en ook verder verstevigen. Maar dan moet er gesleuteld worden aan de infrastructuur van het hele havengebied. Dat er nu geld wordt vrijgemaakt voor een grondige studie, is dan ook goed nieuws.
Begin 2022 besliste federaal minister van Noordzee, Vincent Van Quickenborne in overleg met federaal minister Tinne Van der Straeten om de totale offshore windcapaciteit van 2.2 GW naar 5.8 GW te verhogen via de bouw van nieuwe windmolens in de Prinses Elisabeth-zone voor de kust van De Panne. Tegelijkertijd staat de bouw van het energie-eiland, dat op een efficiënte manier over landen heen stroom moet uitwisselen, op stapel.