Sinds 2019 hadden ze een traiteurdienst voor evenementen, maar nu ook een eigen restaurant. “Door Covid en het feit dat we geen feesten meer konden doen, zijn we beginnen nadenken”, vertelt Yves-Pascal, die van opleiding marketeer is. “Eerst maakten we bij Joëlle thuis leveringen en nadien kwamen wij naar hier. Het is een fastgood-restaurant, met vers gemaakte gerechten maar niet met als doel uitgebreid te tafelen met chique servies. Je kan wel ter plaatse eten of gerechten meenemen naar huis.”
Geleerd van grootmoeder
Joëlle en Yves-Pascal zijn beiden afkomstig uit Congo, waar ze nog steeds familie hebben wonen. Joëlle kwam naar België in 1993, Yves-Pascal in 1994. “De mama van Joëlle is mijn nicht”, vertelt Yves-Pascal. “Ik leerde koken van mijn grootmoeder, die ons hier opvoedde terwijl onze moeder in Congo was”, zegt Joëlle.
“Ik heb geen specifieke opleiding gevolgd maar ben autodidact”, gaat Joëlle verder. “Sinds mijn negende hielp ik mee, we kookten vaak voor de hele familie, ook in Brussel en Ninove. Specifieke gerechten zijn bijvoorbeeld maniok pundu met gebakken maniokbladeren en veel groenten, de kip mafé met pindakaas en makayabu, in de oven gebakken kabeljauw. De ingrediënten zijn hier gemakkelijk te vinden dankzij de grote Congolese gemeenschap in België en de vele Afro-winkels in het Brusselse. Al gebruiken we bijvoorbeeld ook bakbananen van Colombia.”
Investeerders gezocht
Joëlle startte met zelf familiefeesten te cateren, ze was daarnaast ook achttien jaar lang de manager van een Quick-filiaal in Brussel. “Ik heb altijd graag gekookt en later in de horeca gewerkt”, zegt ze. “We merken ook wel dat we hier uniek gevonden worden, en zelfs in Brussel is er voorlopig niet echt iets gelijkaardigs. Er zijn wel veel kleine Afrikaanse restaurants, maar in een totaal ander concept.”
“Ons doel is echt verschillende vestigingen op te richten, in Brussel, Gent, …”, zegt nog Yves-Pascal. “Geïnteresseerde investeerders mogen zich altijd melden. We hebben al met Vlaio en andere organisaties gepraat om ons op weg te helpen.”
“Ons cliënteel is fifty-fifty: we kunnen ook niet-Afrikaanse mensen bereiken via Deliveroo en takeaway”, zeggen ze nog. “Wij horen van mensen in Aalst dat ze het tof vinden dat er variatie is en ook nog iets anders dan pita en frieten in wat ze van thuis uit kunnen bestellen. Sushi kent iedereen, maar de Afrikaanse keuken helaas helemaal nog niet”, besluit Joëlle.