Pat Van Roey en hr-director Inne Loos ontvangen me op de achtste verdieping van De Kempus. Dit is Roeftop, het circulaire bedrijfsrestaurant, waar ook personeel van andere bedrijven kan komen lunchen. Kansen op kruisbestuiving, heet dat dan.
De IT-sector staat erom bekend dat ze mensen aantrekt met hoge lonen en extralegale voordelen en dat dit ook nodig is om mensen te vinden en te houden. Is dat nog steeds zo?
Pat Van Roey: “Dat is zo en dat zal de volgende vijf jaar niet beter worden.”
De nieuwe generatie werknemers laat zich daar naar verluidt minder door verleiden.
“Als je de vergelijking maakt met de millenniumperiode, is er wel een verschil. Er was een groot tekort aan IT’ers. Mensen waren op zoek naar een job met een goed loon en een auto. Dat waren de twee basiselementen van het pakket. Nu kijken kandidaten ook naar het werkcomfort, maar de wagen blijft voor jonge mensen wel belangrijk.”
Voor dat werkcomfort bouwde VanRoey.be een nieuw, modern kantoorgebouw. Ben je met de hr-director gaan samenzitten om het concept uit te werken?
Inne Loos: “We hebben bij het personeel gepolst naar de verwachtingen. Wat moeten we zeker hebben en wat absoluut niet meer? Sommige zotte ideeën hebben we niet kunnen realiseren. Maar uit een rondvraag bleek onlangs dat de medewerkers het nieuwe kantoorgebouw heel erg waarderen. Er zijn nog verbeterpunten, zoals de verlichting, maar daar wordt aan gewerkt.”
Pat Van Roey: “Toen we onze medewerkers vroegen hoe we hun job nog konden verbeteren, stond een betere infrastructuur bovenaan de lijst. We zaten in een verbouwd warenhuis met weinig lichtinval. De keuze om daarin niet meer te investeren maar een nieuwbouw te zetten, was snel gemaakt. We hebben de werknemers nauw betrokken bij onze keuzes, zelfs voor de kleuren, de tegels of de houtstructuren.”
Er is zelfs een zwemvijver. Is die nodig om personeel te behouden?
Pat Van Roey: “Nodig niet, maar wel een fijn extraatje. De zwemvijver is nog niet klaar, maar er kan wel in worden gezwommen. Het is ook een kleine investering, want we verwarmen het water met de energie die we opwekken en in het gebouw niet nodig hebben.
Sporten scoort ook bij veel mensen. We proberen dat te stimuleren. We weten dat een gezonde geest in een gezond lichaam huist. Als firma staan we erachter dat mensen bewegen en we bieden hen de mogelijkheid om dat te doen. Onder de middag kunnen medewerkers tijd vrijmaken om samen te sporten.”
Nadat de plannen voor De Kempus waren gemaakt, brak corona uit en moesten we thuis werken. Nu blijkt thuiswerk een argument te zijn om ergens wel of niet te gaan werken. Is dit concept dan al voorbijgestreefd?
“Absoluut niet. Na de eerste coronagolf heeft de architect me dat ook gevraagd. De kranten schreven dat dergelijke kantoren in de toekomst overbodig zijn. We hebben er met het hele management goed over nagedacht en geoordeeld dat mensen die thuis willen werken, dat even goed voor een bedrijf of organisatie in Antwerpen of Brussel kunnen doen. Als we hen geen geschikte locatie kunnen aanbieden, hebben we geen onderscheidend vermogen als Kempens bedrijf. We moeten dus zorgen dat we hier een kantoor hebben dat opvalt en dat alle comfort biedt. Meer zelfs, we hebben liever dat mensen hier komen werken dan thuis.
We dwingen hen niet om hier te komen werken, maar proberen het hier zo aantrekkelijk te maken dat ze liever op kantoor komen werken, waar de temperatuur beter is, waar het stiller is, waar ze een gezonde maaltijd kunnen nuttigen en connecteren met de collega’s. We hebben tijdens de pandemie veel mensen aangeworven die hun collega’s nu pas fysiek kunnen ontmoeten in het bedrijfsrestaurant. Die kruisbestuiving is heel belangrijk om de kwaliteit van onze organisatie te behouden. IT is heel complex geworden. Je kunt al die kennis niet in één persoon proppen. Maar als je mensen kunt samenbrengen, werkt het wel.”
VanRoey.be is constant op zoek naar nieuwe medewerkers. Maakt het nieuwe kantoor die zoektocht eenvoudiger?
Pat Van Roey: “Ik merk wel een verschil tijdens sollicitatiegesprekken. De kandidaten willen hier allemaal rondkijken.”
Pat Van Roey: “We hebben weinig verloop, maar nooit zo weinig als dit jaar. Als mensen zien dat het bedrijf investeert, is dat een extra motivatie.”
Wordt werkgeluk hier gemeten?
Inne Loos: “We nemen deel aan ‘great place to work’, een onderzoek van Vlerick. Het gaat om zestig vragen, waaraan we er zelf nog kunnen toevoegen. De enquête is anoniem. Vorig jaar vulde ruim 80% van de medewerkers deze vragenlijst in en we scoorden 84%. Dat vonden we best oké op een moment dat iedereen verplicht moest thuiswerken. Deze maand doen we het onderzoek opnieuw.”
Dan kunnen jullie nagaan of De Kempus een invloed heeft.
Pat: “We gaan ook aan de slag met de verbeterpunten. Ik hoop dat we daarvan de resultaten zien in de nieuwe bevraging.”
Wat was zo’n verbeterpunt?
“We hebben een vlakke organisatie, maar wel een structuur met een management, teamleaders en medewerkers. Vaak communiceerden we vanuit het management rechtstreeks naar de medewerkers, zonder eerst de teamleaders op de hoogte te brengen. Ze hadden het gevoel dat met hen geen rekening werd gehouden. Die communicatie hebben we verbeterd. We lichten eerst de teamleaders in en vragen naar hun mening.”
Je zou ook kunnen concluderen dat de teamleaders overbodig zijn.
Inne Loos: “Absoluut niet. Zij coachen de medewerkers, begeleiden hen en pakken de problemen aan. Nu overleggen we met hen, zodat we sneller kunnen schakelen en niet hoeven te wachten tot een volgende bevraging om bij te sturen.”