45 ton Belgische krieken, zoveel koopt brouwerij Mort Subite in Kobbegem jaarlijks aan en daarmee zijn ze onder brouwerijen de grootste afnemer van het land. “De krieken zijn afkomstig uit de streek rond Sint-Truiden. We kiezen altijd voor krieken van de soort Kelleries en Gorsem omdat die een typische frisse en zurige smaak hebben. Vanochtend werd de eerste 9.600 kilo geleverd”, zegt Sebastiaan De Meester, woordvoerder van Alken-Maes, het moederbedrijf van Mort Subite.
Die 9.600 verse krieken worden meteen verwerkt door ze met pit en al te mengen met jonge lambiek. Nadien wordt alles op inox vaten getrokken waar de eerste gisting kan starten. “We verwerken de pit erbij omdat die extra smaak geeft”, legt meesterbrouwer Bruno Reinders (56) uit. Hij heeft 37 jaar brouwervaring en zorgt dat alles samen met zes personeelsleden in goede banen geleid wordt.
Ambacht
Drukke tijden dus in de brouwerij, want deze week verwachten ze in totaal nog vier ladingen krieken. “Wij werken op een traditionele en ambachtelijke wijze, maar met de nieuwste technieken. Voor onze lambiek zijn uiteraard de wilde gisten belangrijk die hier in deze regio in de lucht hangen. Lambiek maken we tijdens de wintermaanden wanneer het kouder is. Daarvoor is contact met de lucht belangrijk om de spontane gisting in gang te zetten. Nadien laten we onze lambiek rijpen op houten vaten.”
De productieplaats van Mort Subite staat zo vol met grote houten vaten of foeders. “De oudste foeder hier is uit 1902. De grote foeders zijn origineel uit de Calvados en we hebben ook twee handgemaakte houten foeders waaraan een stevig prijskaartje hangt. De prijs van houten vaten gaat overigens de lucht in omdat Amerikanen onze manier van werken willen kopiëren en massaal vaten aankopen”, zegt Bruno.
Rampjaar
De meesterbrouwer was naar eigen zeggen verrast dat hij vorige week al een telefoontje kreeg van de fruitteler. “Normaal gezien verwachten we de eerste krieken in de week van 15 juli maar dit jaar zijn ze dus vroeger rijp. En het zijn dit jaar extra sappige krieken. Door het vrij warme maar toch nog natte voorjaar is het een goede oogst.”
Toch blijft het altijd spannend afwachten of de oogst wel zal lukken. “Strenge vorst laat op de lente of een vroeg zomeronweer kan de oogst doen mislukken. Dat was zo in 1998. Na een warme lente volgde er toch nog een late vorstperiode, waardoor alle bloesems kapot zijn gegaan. Dat jaar waren er geen Belgische krieken, gelukkig hadden we al een goede voorraad aangelegd.”
De eerste gisting van het brouwsel dat vandaag op vaten wordt getrokken, is in september voltooid. Dan volgt nog een tweede gisting tot november. “Dan is het kriekbier klaar om gebotteld te worden. Dat gebeurt niet hier maar in een externe bottelarij. We brouwen ongeveer 100.000 hectoliter bier in onze brouwerij, het meeste daarvan gaat richting buitenland. Onze grootste exportmarkt blijft Frankrijk, gevolgd door Hongarije en Nederland.”