Doorgaans hebben steden en gemeenten liever geen wedkantoren op hun grondgebied, maar verbieden kunnen ze de kantoren niet. Een wetswijziging die de federale overheid in mei vorig jaar doorvoerde, geeft lokale besturen wel meer inspraak. Een convenant met de lokale overheid is voortaan vereist.
“Onze stad maakt daar nu gebruik van, zodat wedkantoren niet langer vrij spel krijgen in de stad. Duidelijke afspraken laten ook betere handhaving toe, onder meer op het vlak van openbare orde en bescherming van spelers”, zegt burgemeester Alexander Vandersmissen (Vld-Groen-m+).
“Dit convenant laat ons ook toe om strenger op te treden”, zegt Greet Geypen (Vld-Groen-m+), schepen van Economie. Zo heeft de stad duidelijke afspraken vastgelegd over de openingsuren tussen 10 en 23u, over de wijze van uitbating, over de communicatie onderling en over toezicht door stadsbestuur en politie.
“Burgers zo goed mogelijk beschermen”
“Het is onze maatschappelijke taak om burgers zo goed mogelijk te beschermen tegen de nadelen van de aanwezigheid van kansspelinrichtingen in onze stad. Zeker voor de meest kwetsbaren in de maatschappij is een degelijke opvolging door de stad essentieel”, legt Geypen uit.
In 2019 voerde Mechelen al een uitbatingsvergunning in voor wedkantoren, vergelijkbaar met die voor horecazaken en nachtwinkels. Nu komt daar ook nog een retributie bij. Speelhallen moeten jaarlijks vijfduizend euro betalen, voor wedkantoren bedraagt ze 2.500 euro per jaar. De inkomsten zal de stad gebruiken voor begeleiding en preventie.