De juridische veldslagen rond de Oosterweelwerken, de vertragingen in de plannen voor de nieuwe sluis in Zeebrugge en meer recent het debat rond de Ventilushoogspanningslijn: grote infrastructuurwerken worden in Vlaanderen bijna altijd ‘hoofdpijndossiers’. Doordat in het vergunningstraject telkens nieuwe stakeholders opduiken, wordt de eerste spadesteek schijnbaar eindeloos uitgesteld. Daarom trekken de Vlaamse havenkoepels, die spreken in naam van in totaal 700 bedrijven, aan de alarmbel.
“Om ervoor te zorgen dat de internationale allure van onze zeehavens niet verbleekt tot dat van een economisch Bokrijk”, klinkt het in een open brief. Volgens Stephan Vanfraechem, algemeen directeur van de Antwerpse werkgeversorganisatie Alfaport Voka, ontbreekt het de Vlaamse regering niet aan ambitieuze plannen. “Maar we moeten die plannen ook kunnen uitvoeren. In de havens heerst het gevoel dat grote projecten steeds in hetzelfde proces blijven hangen.”
Atoombom
Het probleem zit hem volgens de havenbazen in het participatietraject. Burgers betrekken bij investeringsprojecten is een goede zaak. Maar de balans tussen het individuele en het algemene belang is zoek, vindt Vanfraechem. “Heel kleine groepen kunnen grote projecten volledig stilleggen. In het overlegtraject kunnen zij steeds een atoombom bovenhalen door naar de Raad van State te stappen.”
In het dossier rond de Antwerpse havenuitbreiding ECA (wat staat voor Extra Containercapaciteit Antwerpen) kwam er eind maart een doorbraak, toen de actiegroepen akkoord gingen om hun procedure bij de Raad van State in te trekken. “Ik heb vertrouwen dat we nu kunnen samenwerken met die groepen. Maar er zijn geen garanties dat er morgen geen nieuwe actiegroep opduikt die opnieuw een procedure opstart, waardoor we weer bij af zijn.”
Rechtszekerheid
Door de onzekerheid lopen de havens investeringen mis, klinkt het in de brief. “Bij ECA verwacht men dat private spelers, zoals terminaluitbaters, miljoenen investeren”, zegt Vanfraechem. “Zij zitten met veel vragen en wij kunnen hen niet zeggen wanneer de werken uiteindelijk gaan beginnen.” Zonder rechtszekerheid en een duidelijk afklopmoment voor grote vergunningsdossiers kunnen de bedrijven naar eigen zeggen geen werk maken van nieuwe investeringen. “Dan blijven alle beloftes over een duurzame energietransitie en een modal shift dode letter.”
In een reactie zegt het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open VLD) dat de regering wel degelijk massaal investeert in de havens. Het kabinet wijst onder meer naar de onderhoudsbaggerwerken op de Schelde en kanalen, de bouw van de nieuwe sluis in Terneuzen en de omvorming van de R4.
Wel is de minister vragende partij om het decreet Complexe Projecten aan te passen. Dat decreet werd in 2015 in het leven geroepen om de procedures rond grote infrastructuurwerken te versoepelen, maar bracht weinig verbetering omdat heel veel bijkomende onderzoeken nodig zijn.”Men moet continu alles tot in detail, voor elk mogelijk inrichtingsalternatief, gaan onderzoeken. Dat vraagt heel veel inspanningen van de studiebureaus, waar ook een enorme krapte op de arbeidsmarkt is. En dat maakt juist dat het allemaal zo lang duurt.”
Daarom evalueert de minister samen met minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) het decreet. Bij overlegmomenten zou ook Port of Antwerp aanwezig geweest zijn, klinkt het bij het kabinet.