arjan voorbij kerv

Autoproductie in Limburg: Het is niet voorbij voor Voorbij…

Het was eind vorig jaar één van de meest gelezen artikels op Made in Limburg: het faillissement van Kerv Automotive, de futuristische wagen op drie wielen die volledig is ontwikkeld op Limburgse bodem. Hoe zou het intussen zijn met het project en de bezielers ervan? We gingen op bezoek bij Arjan Voorbij, de ingenieur die destijds het team aanstuurde. En wat blijkt? Voorbij heeft alle aandelen gekocht en Kerv Automotive helemaal klaargestoomd voor de heropstanding. Nog enkele investeerders te gaan en de productie van het spectaculaire wagentje schiet daadwerkelijk uit de startblokken. Een straf verhaal!

“Het was in 2014 ik in contact kwam met wijlen Cor van Otterloo, CEO van Punch Powertrain, met de vraag of ik zin had in ‘een project’”, vertelt Arjan Voorbij. “Bij de eerste meeting werd duidelijk dat hij een kantelende driewieler wou ontwikkelen en daar een ingenieur voor nodig had. Omdat ik toevallig tussen twee jobs zat, gek ben van auto’s, en een fanatiek motorrijder ben, heb ik me meteen geëngageerd. In 2015 hebben we dan een plan opgezet en zijn we investeerders gaan zoeken. Zo kon in januari 2016 Kerv Automotive worden opgericht, met de steun van LRM en 29 privé-investeerders, waaronder ikzelf. Het begin van een mooi avontuur.

Toch werd het al vrij snel duidelijk dat het budget ontoereikend was voor de langere termijn. In 2018 zijn we in contact gekomen met een Indiaase investeerder, die een kapitaalinjectie van 3 miljoen euro heeft gedaan. Bedoeling was dat naast de activiteiten in Limburg de focus ook zou gericht worden op de markt in India, en er een tweede kapitaalronde zou komen om de opstart te financieren. Maar met de verkoop van Punch Powertrain en het overlijden van Cor van Otterloo viel het enthousiasme en de bereidheid om verder te investeren stil. Zo kwam Kerv in januari 2020 in moeilijk vaarwater. En toen kwam corona… We hadden vers kapitaal nodig op een moment dat iedereen zijn vinger op de knip ging houden. Investeren in de productie van een experimenteel voertuig was toen niet de hoofdbekommernis van onze aandeelhouders, noch van potentiële externe partners. De lege kas geraakte niet tijdig gevuld en uiteindelijk hebben we de boeken moeten neerleggen. En dat was doodjammer, want onze auto was helemaal klaar.” (lees verder onder de video)

100% elektrisch
Arjan Voorbij bleef echter niet bij de pakken zitten. “Ik vond het echt zonde dat al ons werk verloren zou gaan”, zegt hij. “We hadden met een knap team vele jaren gezwoegd en gezweet om tot een mooi resultaat te komen. We konden aantonen dat onze eerste Kerv wel degelijk goed functioneerde en er nog goed uitzag ook. Alle potentieel om er een succes van te maken, lag bij de uitspraak van het faillissement gewoon op het schap. Vandaar dat ik zelf het heft in handen heb genomen en alle aandelen van de curator heb overgekocht. Ik wil dan ook een doorstart maken en de Kerv daadwerkelijk in productie brengen. Voor investeerders is er geen enkel risico meer qua ontwikkeling. Het prototype is er en werkt perfect. Alle kennis is nog steeds aanwezig. Voormalige medewerkers hebben al aangegeven dat ze zeker opnieuw op de kar willen springen. Er is dus helemaal niets veranderd ten opzichte van het punt waar we stonden in januari 2020.” Of toch één ding… “De vorige aandeelhouders hebben altijd vastgehouden aan een voertuig met een verbrandingsmotor en transmissie, terwijl de tijden intussen zijn veranderd en de elektrische aandrijving een grote doorbraak heeft gekend. Het is dan ook logisch om de Kerv uit te brengen als een 100% elektrische auto.”

Assemblage in Vlaanderen

In de nieuwe kantoren in Pelt, heeft Arjan Voorbij berekend dat er in het eerste jaar 1,2 miljoen euro nodig om de doorstart te realiseren. “Zeker geen onoverkomelijk bedrag als je weet dat je als nieuwe investeerder de hele ontwikkeling en testing cadeau krijgt”, zegt hij. “We zijn in feite een start-up met 6 jaar ervaring, moet je denken. Er zijn zeker al een aantal partijen in Vlaanderen sterk geïnteresseerd om mee te doen. Met nog enkele bijkomende investeerders en wat steun van de Vlaamse overheid moeten we het budget zeker rondkrijgen en kunnen we dit prachtige project daadwerkelijk in Vlaanderen realiseren. Dat is mijn uiteindelijke doel: de assemblage hier houden en er een Vlaamse OEM (Original Equipment Manufacturer) met internationale uitstraling van maken. Partijen die daartoe kunnen bijdragen zijn er genoeg. Denk alleen maar aan alle automotive suppliers die zich in Limburg bevinden, zoals Tenneco of de toeleveranciers van het voormalige Ford Genk. Samen zijn er geweldige dingen mogelijk. En als extra laagje merk ik hier in Vlaanderen een grote bereidheid van de overheid om innovatieve projecten stevig te ondersteunen. Er is een echte cultuur die start- en scale-ups alle kansen tot groei wil geven. Een niet te onderschatten voordeel. En bovenal: het marktpotentieel is enorm. We krijgen nog bijna dagelijks reacties van potentiële kopers en verdelers, in alle uithoeken van de wereld. Dit is echt een uniek product waar liefhebbers voor staan aan te schuiven.”

Twee versies

De voorlopig enige aandeelhouder van het nieuwe Kerv Automotive wil snelheid maken. “De gesprekken met de eerste kandidaat-investeerders lopen. De afspraken met bijkomende potentiële partners zijn gemaakt. Ook met dealerships die onze wagens willen aanbieden. En op basis van dit artikel zullen er zich ongetwijfeld nog veel meer partijen melden (lacht). De vooruitzichten zijn gunstig. Het meest conservatieve businessplan voorziet in een break-even op het moment dat we zo’n 400 à 500 stuks van ons voertuig verkopen. De prijs zal zich bevinden tussen een luxe motorfiets en een goedkope sportwagen, zeg maar 35.000 à 45.000 euro. Zeker niet onoverkomelijk als luxueus hebbeding voor liefhebbers. Daarna gaan we het gamma uitbreiden, met een versie die onder 20.000 euro zal kosten. Dat wordt dan een kleiner model, met iets minder franjes. Ideaal geschikt voor het stadsverkeer, waar het tussen de andere elektrische transportmiddelen een onderdeel wordt van de nieuwe ‘urban mobility’. We zien de toekomst dus bijzonder positief tegemoet. Alleen het kleine zetje nog, en we zijn helemaal vertrokken…”