4 Elke Tielemans.

OPINIE. De mobiliteitsknoop, wie durft hem aan?  

Wordt de terugkeer naar kantoor deze week eentje die stapvoets verloopt? Telewerk zorgde de voorbije jaren voor minder drukte op onze wegen. Toch verdwenen de files, behalve tijdens de harde lockdown in 2020, niet. In 2021 was er in het Vlaamse Gewest elke werkdag gemiddeld 555 kilometer file 1 uur lang[1]. Onze regio levert heel wat van die kilometers. Elke Tielemans, directeur bij Unizo Vlaams-Brabant en Brussel, bokste onderstaand opiniestuk in elkaar. 

 

Dat Vlaams-Brabant en Brussel heel wat van die kilometers leveren in de statistieken, is niet geheel onlogisch als je weet dat Vlaams-Brabant & Brussel samen 2.374.098 inwoners tellen; meer dan 20% van de Belgische bevolking. We staan als regio in voor bijna 20% van de arbeidsplaatsen in België. We hebben kennisinstellingen die bovenaan lijstjes prijken, huisvesten de nationale luchthaven, breken jaar na jaar startersrecords, en zijn een internationale aantrekkingspool voor bedrijven, werknemers, en toeristen. Toch staan de troeven die onze regio rijk is maar al te vaak in de schaduw van de gordiaanse knoop die ons kenmerkt. Het maakt me boos, want ik zie een welvarende regio met een zwaard van Damocles boven haar hoofd.

Ondernemers roepen om nieuwe medewerkers. Ze vinden is één ding, ze op locatie krijgen een andere zaak. Niemand wil -vandaag nog minder dan twee jaar geleden- onnodig tijd verliezen aan verplaatsingen, noch urenlang onderweg zijn. En terecht! Onder de kerktoren werken is een optie, helaas niet voor iedereen. Flexibiliteit en telewerk kunnen een oplossing bieden, maar zijn niet zaligmakend.

Een verplaatsing van pakweg 35 kilometer (bijvoorbeeld van Sint-Pieters-Leeuw naar Kampenhout, of van Lubeek naar Vilvoorde) blijkt geen sinecure. Met de wagen is de kans groot dat je in de file staat. Met het openbaar vervoer wordt het -ik stel het even extreem- een ware daguitstap. Met de fiets word je geconfronteerd met ontoereikende infrastructuur of missing links. Al moet gezegd dat op vlak van fietsinfrastructuur een inhaalmanoeuvre is ingezet. De laatste delen van de fietsbrug die afgelopen weekend in Zaventem boven de Brusselse Ring werden geplaatst, zijn alvast een forse vooruitgang voor veel pendelaars. Uit Vlaams-Brabant, maar ook uit het Brussels Gewest.

Want ja, dat wordt wel eens vergeten. Opnieuw één van die troeven. Vlaams-Brabant wordt omringd door zes provincies. Drie Vlaamse. Drie Waalse. Bovendien ligt in het hart van de provincie het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De proef zelf al meermaals op de som genomen, moet ik helaas bekennen dat de mobiliteit over die figuurlijke grenzen heen die troef volledig mismeestert. De mobiliteit in onze regio knibbelt aan onze uitstraling en economie, en dreigt op termijn onze welvaart te fnuiken.

Weten we wat er moet gebeuren? Ja, ik hoor het al jaren in allerlei overlegorganen en vanuit bestuurlijke niveaus. Van een kilometerheffing en infrastructuurwerken, over een uniform ticket voor de verschillende vervoersmaatschappijen aangepast aan post-corona-noden, tot een multimodale en duurzame mobiliteit. Een vlotte verplaatsing van punt A naar B moet het doel zijn, ongeacht het vervoersmiddel. Daar zijn we het elk apart over eens. Elk apart, want een écht overkoepelende visie met concrete doelstellingen voor onze regio ontbreekt. Zet hier op in en je zal meteen positieve effecten waarnemen, te beginnen bij onze arbeidsmarkt.

De vraag is dus niet zo zeer wat er moet gebeuren, noch wanneer, wel wie de handschoen opneemt? Blijven we de zwarte piet doorschuiven of schakelen we eindelijk een versnelling hoger? Wie wacht op wie? Of zijn het de centen? De kiezers? …

Onze regio -en ik zeg steevast regio en niet provincie of gewest- verdient beter!

[1] zie Filezwaarte – Statistiek Vlaanderen.