De federale regering raakte het maandagnacht eens over een arbeidsdeal met een pakket maatregelen om tegen 2030 de 80% tewerkstellingsgraad te halen. Daarin staan onder meer maatregelen omtrent meer flexibiliteit voor werknemers en werkgevers en meer aandacht voor opleiding en betere begeleiding bij ontslag.
Het VBO denkt dat de regels vooruitgang zullen tegenhouden. Voor de bijkomende flexibiliteit – de werkweek presteren op vier dagen – ziet het VBO bijvoorbeeld dat er te veel procedureregels zijn, waardoor veel werkgevers er niet in zouden meestappen. En voor wat het recht op deconnectie betreft, vinden de werkgevers dat de ingebouwde drempels eerder verandering afremmen. “In de praktijk zal dit bureaucratisch kluwen weinig echte verandering brengen.”
Zelfstandigenorganisatie Unizo vindt de arbeidsdeal onvoldoende. Vooral de nieuwe regels voor werknemers in de platformeconomie is Unizo een doorn in het oog. De zelfstandigenorganisatie vreest dat voortaan elke zelfstandige die via een platform werkt, zal moeten bewijzen dat hij wel degelijk zelfstandige en geen werknemer is.
Ook het individueel opleidingsrecht van vijf dagen en het optrekken voor de mededeling van het variabel werkrooster aan deeltijdse werknemers bestempelt Unizo als problematisch.
Toch bevat de arbeidsdeal volgens de zelfstandigenorganisatie ook enkele goede punten. “De uitwerking rond de vierdaagse werkweek, het activerend ontslagrecht en de transitietrajecten zijn evenwichtig en spelen in op de huidige tijdsgeest”, zegt gedelegeerd bestuurder Danny Van Assche.
De arbeidsdeal van de federale regering bevat te weinig maatregelen om de krapte op de arbeidsmarkt te verlichten en de werkzaamheidsgraad te verhogen, oordeelt Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen. “De arbeidsdeal biedt geen oplossingen voor de vele ondernemingen die vandaag schreeuwen om nieuwe medewerkers.”
Bovendien ziet de organisatie wel extra flexibiliteit en sociale rechten voor werknemers, maar niet voor werkgevers. “Deze maatregelen zullen niet leiden tot meer jobs, maar wel tot een moeilijkere arbeidsorganisatie voor de werkgever”, zegt gedelegeerd bestuurder Hans Maertens.
Vooral het recht op deconnectie, dat bepaalt dat werknemers buiten de werkuren offline mogen zijn, wordt kritisch onthaald. Volgens Voka getuigt de regeling van een “gebrek aan vertrouwen” in de werkgevers.
Wel erkent het ondernemingsnetwerk dat er “een eerste aanzet” wordt gegeven om de achterstand op het vlak van e-commerce in te lopen. Ook het activerend ontslagrecht, waarbij iemand tijdens de opzegperiode een opleiding mag volgen, wordt positief onthaald.
Technologiefederatie Agoria bestempelt de arbeidsdeal als “het akkoord van de gemiste kansen”. Enkel over de flexibelere opzegtermijn is Agoria positief gestemd.
Handelsfederatie Comeos ten slotte reageert wel opgelucht op het akkoord en noemt het een belangrijke stap voor de Belgische e-commerce.
Bedrijven krijgen voortaan meer mogelijkheden om medewerkers flexibel in te zetten in functie van e-commerce. Het gaat om pilootprojecten waarbij bedrijven sneller nieuwe arbeidsorganisaties kunnen testen met vrijwillige werknemers. “Het is de bedoeling om via die pilootprojecten nieuwe arbeidsorganisaties en uurroosters uit te testen. Na afloop worden die dan geëvalueerd samen met de sociale partners. Dit is een eerste belangrijke stap om zich sneller als bedrijf te kunnen aanpassen. Het is nu aan de bedrijven in de sector om hiermee aan de slag te gaan”, aldus Comeos.