Bij de start van de metingen in 2008 stelde Locatus een leegstand van 5,1% vast. Die cijfers liepen met een half procent per jaar op tot 11,8% in 2021. In het begin van dit jaar is de leegstand gedaald naar 11,2%. De daling is nog opvallender in de provincie Antwerpen, van 11,3 naar 10,8%. Binnen de provincie is die daling nagenoeg volledig toe te schrijven aan betere cijfers in het arrondissement Turnhout, waar de leegstand daalt van 12,2 naar 11%.
Locatus omschrijft dit als een opvallende trendbreuk, die evenwel niet betekent dat de retailsector zich herstelt. Er zijn andere oorzaken. Dankzij de coronamaatregelen en de overheidssteun die daaraan is gekoppeld, hebben bedrijven die eigenlijk niet meer levensvatbaar zijn de deuren nog niet moeten sluiten. Zo is het aantal modewinkels in België minder sterk gedaald dan in voorgaande jaren. Er zijn ook sectoren die hebben geprofiteerd van de pandemie. Winkels die in de dagelijkse behoeften voorzien, profiteerden van de sluiting van de horeca. Woonwinkels zagen het aantal klanten toenemen omdat kopers het geld niet meer aan reizen konden uitgeven, of omdat ze hun thuiskantoor moesten inrichten.
Detailhandelcoaches
Corona verklaart niet alles. Zeker niet de lokale verschillen, waarom de leegstand in de provincie Antwerpen sterker afneemt dan in andere provincies. “In Vlaanderen is de leegstand niet toegenomen vanwege de coronamaatregelen”, zegt gedeputeerde van Economie Kathleen Helsen (CD&V). “In de provincie Antwerpen is echter geen sprake van een status quo, maar van beduidend minder leegstand. Dat is het effect van een beleid.”
De provincie Antwerpen zet sinds 2014 detailhandelcoaches in om gemeentebesturen te begeleiden. Daarvan beginnen we nu de effecten te zien. Kathleen Helsen verwijst graag naar haar eigen gemeente Herselt, waar de leegstand is gedaald van 12% in 2021 naar 5,9% vandaag. “In Herselt hebben we met de hulp van de detailhandelscoach een ruimtelijk uitvoeringsplan gemaakt en bekeken welke mogelijkheden we op welke plaats creëren. Zo hebben we twee grote woonkernen aangeduid waarin een supermarkt kan overleven. In die kern maken we ruimte om te ontwikkelen. Onder de kerktoren is veel mogelijk. Aan de bedrijven buiten de kern hebben we duidelijk gemaakt dat daar geen ruimte meer is om uit te breiden. Een slimme mobiliteit, met ruimte voor fietsers en voetgangers en met parkeerplaatsen op wandelafstand van die winkelkernen, maken het aangenaam om daar te gaan winkelen. Dit is een werk dat we enkele jaren geleden hebben gestart, maar waarvan we in Herselt nu de vruchten plukken.”
Voorbeeldige provincie
volgens Kathleen Helsen kunnen dezelfde principes in andere gemeenten worden toegepast. “Dat vraagt tijd en planning, maar we merken goede resultaten in de gemeenten waar we al enkele jaren aan de slag zijn. Locatus zegt dat de leegstandcijfers weer stijgen wanneer het effect van de coronamaatregelen weg is. Wij kijken verder dan de cijfers, en zien de verschillen tussen de 69 gemeenten in onze provincie. Waar een detailhandelsbeleid wordt gevoerd, daalt de leegstand.”
Gemeenten stimuleren de handel in afgebakende winkelkerngebieden en moedigen de transformatie van leegstaande winkels naar woningen buiten die gebieden aan. Ook Locatus stelt vast dat dit de leegstandcijfers gunstig beïnvloedt. “Sinds vorig jaar kopiëren andere provincies onze werking”, weet Senne Van Hoof, hoofd van de provinciale dienst Detailhandel. “Antwerpen maakt de grootste sprong, omdat wij hiermee al langer bezig zijn. Een lokaal beleid rond detailhandel is zinvol en de provincie heeft de middelen en de data om daarin een rol te spelen. Vandaag hebben al vijftig Antwerpse gemeenten een beroep gedaan op de detailhandelcoach. De helft van die gemeenten zelfs meer dan één keer.”
Sinds kort werken de detailhandelcoaches ook bovenlokaal. Kasterlee en Lille willen hun detailhandelsbeleid met de hulp van de coach op elkaar afstemmen. “We zijn ook bezig met een project voor de hele Kempen”, zegt Kathleen Helsen. “We willen de detailhandel in het hele arrondissement Turnhout versterken door te zoeken naar samenwerking tussen de verschillende winkelkernen. We hopen daarvan over twee jaar de effecten te zien.”