Hoe populair de fiets ook is, de wagen blijft wel koning. 73,8 % van de Antwerpse werknemers gebruikt de wagen om naar het werk te rijden, al blijft de provincie daarmee wel onder het Vlaamse gemiddelde van 77,1 %. Het openbaar vervoer in Antwerpen kreeg door corona wel klappen: 7,2 % van de werknemers doet nog een beroep of trein, tram of bus om naar het werk te gaan, slechts 5,1 % rekent er echt op om de volledige afstand te overbruggen.
Tegelijk is er in het crisisjaar 2021 niet aan Koning Auto geraakt, integendeel. Nóg meer Belgische bedienden kregen een wagen van het werk ter beschikking. In Antwerpen heeft ondertussen 22,6 % van de bedienden zo’n bedrijfs- of salariswagen, in 2020 was dat nog 21,9 %.
Ann Debacker, kantoordirecteur Antwerpen van Acerta ziet het aantal bedrijfswagens op onze wegen stijgen. “Het illustreert dat zo’n wagen van het werk voor ondernemingen een sterke troef is en blijft om personeel aan te trekken, zeker in de krappe arbeidsmarkt. Het is zelfs zo: hoe krapper de arbeidsmarkt, hoe sterker de positie van de bedrijfswagen. Aangezien de bedrijfswagen duurzamer moet worden, gaan we met het plan om de fiscale voordelen van bedrijfswagens met een brandstofmotor af te bouwen, de goede kant uit. Als ook het hybride werken – een combinatie van werk op kantoor en thuis – na corona standhoudt en werknemers minder pendelkilometers afleggen, boeken we dubbele winst.”
Een andere evolutie waar de mobiliteitsbarometer voorzichtig de eerste signalen van opvangt, is de vergroening van het bedrijfswagenpark. Het gros van de bedienden met een bedrijfswagen heeft nog een diesel (67,1 %), maar dat aandeel is in België met meer dan 7 procentpunten gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Elektrische bedrijfswagens maken op dit moment slechts 1,4 % uit van het wagenpark, maar Acerta verwacht dat die categorie door de veranderende fiscaliteit sterk aan belang zal winnen de komende jaren.