ieper-veurne

Westhoek wil zichzelf naar de toekomst katapulteren

IEPER, VEURNE - Voka-regiovoorzitters Christophe Dhaene (Ieper) en Pieter De Brabandere (Veurne) waarschuwen in hun nieuwjaarsboodschap dat de Westhoek op een kruispunt staat. Ze hebben als ondernemers recht van spreken. Volgens hen komen twee dossiers - die op het eerste zicht onverenigbaar lijken - op quasi hetzelfde moment op de politieke agenda. Alvast de piste van één groot Landschapspark is van de baan en hangt niet langer als een zwaard van Damocles boven de regio. 

“Meer dan ooit zullen we in 2022 waken over het uitgesproken economische karakter van de Westhoek”, steekt De Brabandere van wal. “We moeten meer jonge mensen overtuigen om hier te komen wonen, werken en ondernemen. Nooit eerder stond de Westhoek voor zo’n existentiële keuze.”

Met die keuze doelde De Brabandere op het hangende dossier van de Westhoek als Landschapspark (één groen zone, zeg maar), maar die piste werd inmiddels (woensdag ) al afgevoerd, tot opluchting van Voka. Voka West-Vlaanderen ziet het bij monde van zijn voorman Bert Mons zo: “Er moet respect zijn voor landschap, natuur en klimaat maar met de economische belangen van de Westhoek voorop. Het gebrek aan een wetgevend kader en bijhorende rechtsonzekerheid voor onze ondernemers kon mogelijk een rem betekenen op de economische groei van de regio. Samen met de Boerenbond en ABS was Voka al van bij de start van het proces een koele minnaar van een Landschapspark. Vooral de grote onduidelijkheid qua implicaties op lange termijn voor onze ondernemers en de rechtsonzekerheid was voor ons een doorn in het oog in dit dossier. Uiteraard blijven wij in de toekomst constructief meewerken aan de positieve profilering van de regio. Dit met respect voor landschap, natuur en klimaat maar met de economische belangen van de Westhoek voorop”, besluit Mons.

Meer nodig dan opsmuk

Een tweede belangrijke dossier betreft het complexe wegendossier Ieper-Veurne, waarvan de onderzoeksfase binnenkort moet opstarten. “Dat de verbinding tussen Ieper en Veurne – en meer algemeen tussen het noorden en het zuiden van de Westhoek – beter moet, hoeft al lang geen betoog meer”, pikt Christophe Dhaene in. Hij is blij dat de herinrichting van de Ieperse Steenweg (N8) in Veurne eindelijk van start kan gaan in februari 2022 maar plaatst toch enkele kanttekeningen. “Enkel de opsmukwerken aan de N8 zullen niet volstaan om de mobiliteitsproblemen van de Westhoek van de baan te helpen. Er is nood aan een visie op lange termijn, los van taboes en studies die al decennia lang stof liggen te vergaren.”

Dhaene ziet in dit dossier een essentiële hefboom om de regio op de kaart te zetten in de toekomst. “Het moet er voor zorgen dat de Westhoek via de nodige infrastructuurwerken zowel via de weg, het spoor, het water en de fiets eindelijk de ontsluiting krijgt die het nodig heeft én die het verdient. En dat gaat veel verder dan enkel de verbinding tussen Ieper en Veurne.”

Wonen, werken, ondernemen

Beide regiovoorzitters laten er geen twijfel over bestaan welke weg de Westhoek moet inslaan. “In 2022 kan de toekomst van de Westhoek hertekend worden”, zeggen ze. “Ofwel koos men voor een status quo en ging er extra ruimte om te ondernemen en vernieuwende mobiliteitsoplossingen op de schop. Nu kiezen we gelukkig maar voor een bloeiende, ondernemende Westhoek die eindelijk goed ontsloten is en waar het opperbest is om te wonen, te werken en te ondernemen.”