Het is soms 10 jaar geleden dat het percentage zo hoog was. Naast België kennen in Europa enkel Luxemburg, Spanje en Cyprus een automatische indexering van de lonen aan de inflatie of stijgende consumptieprijzen.
Januari is voor verschillende sectoren in België het vaste moment om te indexeren. Voor sommige sectoren gebeurt dit op basis van de (afgevlakte) gezondheidsindex van eind november, maar voor andere sectoren hangt dat percentage af van de (afgevlakte) gezondheidsindex van december, die pas vandaag, op het einde van de maand, gekend is. De grootste paritaire comités – waar de lonen stijgen- zijn de bedienden (indexeert met 3,58%), de horeca (de lonen stijgen met meer dan 3%) en de voedingsindustrie (de lonen indexeren met 3,22%).
Verschillende andere sectoren indexeren met een vast percentage na het overschrijden van hun spilindex. De lonen stijgen dan met een vast percentage van (meestal) 1% of 2%. In januari is dit opnieuw het geval voor bijvoorbeeld de distributiesector, de kleinhandel in voedingswaren en de grote kleinhandelszaken
Nathalie Seijnaeve van het kenniscentrum van SD Worx: “De meest spectaculaire stijging in januari zien we nu natuurlijk bij sectoren die maar jaarlijks indexeren, zoals in sectoren als voeding, distributie, transport, met veel werknemers. Het indexpercentage voor de PC 200 van de bedienden is bv. het hoogste sinds 2012, net 10 jaar geleden, toen de index 3,17% bedroeg. Enkel in 2009 was de stijging nog hoger nl. 4,51%. Het percentage van sectoren die meermaals per jaar indexeren lijkt kleiner maar als je ze bij elkaar optelt dan zie de je ‘totale kost van tewerkstelling’ ook daar serieus stijgen. Als de lonen van werknemers stijgen in de voeding, distributie en transport, dan kunnen ook de prijzen van de producten opnieuw stijgen. Zo riskeren we met zijn allen opnieuw hogere prijzen te moeten betalen. Wat dan weer een nieuwe loonindexering tot gevolg kan hebben.” De specialist van SD Worx vervolgt: “Vergeet niet dat in verschillende sectoren (zoals bv. de landbouw) de lonen ook nog eens met 0,4% stijgen, bovenop de index.”