Kerstmis en oudejaarsavond zijn gewoonlijk twee belangrijke momenten in het jaar voor heel wat horeca-uitbaters. Maar met nog 10 dagen te gaan tot kerstavond, wachten ze nog steeds op een antwoord over het geldende sluitingsuur. “Momenteel mogen ze tot 23 uur open blijven, maar ze kunnen het zich niet veroorloven om te wachten tot het Overlegcomité van 22 december om te weten te komen of ze later open mogen zodat de klanten klokslag middernacht bij hen kunnen vieren”, luidt het.
Snellere beslissing
Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) dringt daarom aan op een veel sneller besluit van de overheid. NSZ vraagt duidelijk om open te mogen blijven tot na 23 uur. “De eerste helft van december kregen veel horeca-uitbaters al veel minder volk over de vloer door het vroege sluitingsuur, de coronapas en de telewerkregeling. De periode van de feestdagen zijn goed voor de omzet maar dan moeten ze ook maximaal open kunnen zijn tijdens Kerst en Nieuwjaar om een goed cijfer te draaien”, zegt de organisatie.
Voorbereidingen
“Het zou absolute onzin zijn als het Overlegcomité slechts twee dagen vóór kerstavond zou beslissen over de sluitingstijden. Klanten moeten ook op voorhand kunnen beslissen; je beslist niet twee dagen op voorhand over een restaurantbezoek op kerstavond. De consumenten gaan niet tot 22 december geen plannen maken en dan pas beslissen. Hoe wilt u dat horeca-uitbaters zich in goede omstandigheden kunnen voorbereiden? Het zou onmogelijk zijn te weten hoeveel couverts er zijn en dus hoeveel eten er moet worden besteld of hoeveel personeel er nodig is in de zaal en in de keuken. Het is van het grootste belang dat er in beide richtingen sneller beslist wordt”, klinkt het.
Duidelijke communicatie
NSZ eist daarom duidelijke communicatie van de overheid. “Voor een ondernemer is er niets schadelijker dan onzekerheid. Uitstel van dit besluit zou ook een gebrek aan respect zijn voor de horecasector.”
Ten slotte vraagt NSZ de federale regering het bedrag voor de financiering van de uitbetaling van de eindejaarspremies te verhogen en terug te komen op haar beslissing om het verlaagde BTW-tarief van 6% niet opnieuw in te voeren. “Deze twee maatregelen zijn van essentieel belang voor de cashflow van horecazaken”, besluit de organisatie.
