Willy Naessens deelde zijn inzichten in een boeiend interview bij het weekblad Trends.
Over de toekomst van zijn bedrijvengroep is hij zo klaar als een klontje. “Ik heb ervoor gezorgd dat er na mij geen ruzie kan zijn”, zegt der Willy in Trends. “Ik had tegen mijn kinderen gezegd: ‘Jullie hebben twee jaar de tijd om overeen te komen.’ En ze zijn overeengekomen. Daarna heb ik gevraagd: ‘Wat als na mij de ene wil verkopen en de andere niet?’ Ik heb zelf de oplossing gegeven: de ander heeft altijd het recht van voorkoop, en wie wil verkopen, kan maximaal 1 procent per jaar van de hand doen. Diegene die verkoopt, kan met dat ene procent heel goed leven, en de andere kan dat betalen. De ene kan de andere dus niet doen bloeden. Ik vind dat een goed systeem. Ik kan het aanraden aan iedereen met een opvolgingsprobleem. Er is nog een voorwaarde: zolang ik leef, kan ik aandelen kopen, verkopen of verschuiven. Dat is een goede stok achter de deur. Maar voorspellen wat na mijn dood gebeurt, is uiteraard onmogelijk. Je leeft ook een beetje bij de goesting van je partner. Daarmee bedoel ik dat de aangetrouwden ook op iets kunnen aandringen. Ik weet niet wat mijn schoondochter en schoonzoon zullen doen.”
Baas in eigen buik
Naessens zegt in het weekblad dat hij van tijd tot tijd aanbiedingen krijgt, zelfs van zeer grote bedrijven. “Maar ik weiger dat”, zegt hij. “Zolang ik leef, verkoop ik niet. Maar stel dat mijn kinderen een bedrijf willen overnemen dat bijna even groot is als het onze, en ze daarvoor extern kapitaal nodig hebben, dan zou ik daar niet tegen zijn. Een externe die er als minderheidsaandeelhouder bij komt: als dat nodig is om zot te groeien, kan het zeker.”
Willy Naesens diversifieerde zijn groep van bedrijven ook uitgebreid. Onder meer met de overname van voedingsbedrijven en horecazaken. Maar hij is eerlijk in zijn betoog en stelt dat die diversificatie niet altijd even succesrijk is geweest. “Maar we blijven wel in de voeding, tenzij er een gouden verkoopkans opduikt”, aldus de peetvader. En of hij nog zal diversifiëren? “Niet meteen”, luidt het antwoord. “Wat we wel doen is gewoon verder werken aan de verticale integratie in de bouw en aan de uitbreiding daarin. Dat noem ik ook diversificatie. We voeren nu en meer meer zelf grondwerken uit en hebben zelf een studiebureau, montage, vervoer, een aluminiumbedrijf, een glasbedrijf en een dakbedekkingsbedrijf. Allemaal voor de industriebouw en grote vastgoedprojecten welteverstaan. Zo plaatsen we alle terrassen voor een appartementenblok van de groep Degroote in Oostende. We zouden ook kunnen inzetten op wegenbouw. We hebben daarvoor alle materialen, maar we doen dat niet omdat we te veel werk hebben.”
Balansen lezen
Willy Naessens zorgde al lang voor een extra muros management. Over zijn eigen functioneren, stelt hij het volgende: “Mijn werk is ervoor te zorgen dat de bedrijven onderling goed overeenkomen. Slechts sporadisch zal ik zelf nog iets operationeels aanpakken. Zo is er een plantmanager die een zotte loonsverhoging vraagt. Dat wil ik zelf oplossen, omdat ze voor mij nog meer respect hebben. Voorts wil ik de naam Willy Naessens nog verspreiden zolang ik dat kan. Maar het allerbijzonderste is de portemonnee controleren, balansen lezen. Daar ben ik altijd bij, want dat moet ik altijd weten. Ik heb hard gewerkt voor de centen. Onze bedrijfsleiders mogen doen wat ze willen, op één voorwaarde: ze moeten geld verdienen. Als ze het goed doen, komen we hooguit twee keer per jaar langs, om een koffie te drinken. Maar als er geen geld verdiend wordt, zetten we ons bed in hun bedrijf tot het probleem is opgelost. Ze weten dat. En als dat niet lukt, zetten we er iemand naast die carte blanche krijgt. Aan de wedde van zo’n CEO raken we niet, maar we zeggen dan wel dat hij in de plaats van met een Mercedes met een Volkswagen zal rijden.”
Netwerken is de boodschap
Willy Naessens gaat nog altijd veel naar evenementen. Hij heeft daar een goede reden voor, vindt hij. “Bovendien zijn mijn medewerkers, en zeker mijn topmensen, verplicht om naar seminars, voordrachten en andere samenkomsten te gaan”, aldus de man naast Marie-Jeanne. “Ze moeten mensen leren kennen. Mijn nonkel André, een televisiefabrikant, zei altijd: ‘Als je rijk wilt worden, moet je veel mensen kennen.’ Dat is helemaal waar. Mijn mensen zijn ook verplicht om vakbladen te lezen. Ik lees er meer dan twintig. Mijn dochter of Marie- Jeanne duiden de artikels aan die mij kunnen interesseren. Elke zaterdagochtend sta ik op om 5 uur, om dan doorgaans om half zes te gaan zwemmen. Daarna lees ik vakbladen tot 13 uur. Netwerken is zonder twijfel een sleutel tot succes. Maar zonder publiciteit gaat het ook niet. Je moet publiciteit maken waar je kunt.”
Goesting hebben is de essentie
Willy Naessens is ook op zijn 82e nog de gedrevenheid zelve. En waar hij die gedrevenheid vandaan haalt? “Als ondernemer moet je vooral goesting hebben”, zegt hij. “Anders moet je er niet aan beginnen. Wat je graag doet, doe je goed. Toen ik, met twintig mensen, zag dat een ander er vijftig had, moest ik er ook vijftig hebben. Daarnaast moet je zoeken naar een goede sector, zoals de petrochemie, de farma of de verhuur van aannemersmateriaal. Het derde is hard werken en berekende risico’s nemen, en je laten omringen door specialisten. Het liefst universitairen, als je ze kunt betalen. Wat ook heeft gespeeld: toen ik als berooide jonge ondernemer naar samenkomsten van verenigingen ging, wilde niemand met mij praten. Ik was dat ventje dat tot aan de nek in de schulden zat. Dat ben ik nooit vergeten. Tegen die vrouwen, die heel venijnig konden zijn, en die ondernemers spreek ik niet meer.”
De drive van de ouderen tegenover de balans van de jongeren
Finaal heeft hij de zowat bekendste ondernemer van Vlaanderen het ook over de moeilijke zoektocht, die elke ondernemer kent: de zoektocht naar geschikt personeel. “Dat is een voor mij een heel gevoelig onderwerp”, zegt hij. “De tijden zijn veranderd, maar als ondernemer moet je je aanpassen aan elke generatie. Alleen zo word je aanvaard. Maar ik zie nu mensen op vrijdag om 15 uur klaar staan om op weekend te vertrekken, terwijl de partners in de auto wachten. Amper 30 procent van de jonge mensen is nog ouderwets, werkt extra uren, wil ergens geraken in het leven en zal het ver schoppen. Maar 70 procent heeft het tegenwoordig vooral over quality time.”