De conjunctuur van de Limburgse economie blaast warm en koud. Een aantal parameters gaan de goed kant uit. Zo waren er in oktober opnieuw erg veel startende ondernemingen, waardoor 2021 opnieuw een recordjaar kan worden. Ook de export trekt aan. In de maand oktober werden hoopgevende resultaten neergezet door de exporterende bedrijven en op langere termijn staat er niet meteen een krimp aan te komen. Tot slot blijft ook de bouwsector tot de sterkhouders behoren. Ondanks de problemen met de grondstofprijzen en tekorten aan materiaal en personeel, blijven de orderboekjes goed gevuld.
Over naar de pijnpunten. De sector die het meest achterop hinkt, is de automobiel. Er zijn veel minder personenwagens ingeschreven dan in de voorbije jaren, al heeft dat volgens insiders ook te maken met het gebrek aan computerchips, waardoor de auto’s wel besteld zijn, maar niet kunnen geleverd worden, en dus niet in de statistieken opduiken. Misschien wel het grootste probleem blijft de arbeidsmarkt. Het aantal werklozen daalt verder (wat uiteraard goed is), maar het aantal vacatures stijgt tegelijk ook. De kloof neemt dus toe, en dat doet de economie pijn.
“Naast de evolutie van de energieprijzen en de vaak onderbelichte problemen met de pensioenhervormingen, is de arbeidsmarkt absoluut één van de grote bedreigingen”, vindt Johann Leten. “We houden ons hart vast als daar niet snel verandering in gaat komen, wat er trouwens niet zo naar uit ziet. Het is bewonderenswaardig dat onze bedrijven ondanks de aartsmoeilijke arbeidsmarktsituatie toch overeind blijven. Ze tonen zich van hun meest creatieve en flexibele zijde om niet stil te vallen door het personeelstekort. Daar mag het onderwijs een voorbeeld aan nemen. Nu er daar een aantal mensen uitvallen, worden er meteen, in volle paniek, drastische maatregelen genomen: afschakelen en volledig sluiten. Bij bedrijven is dat het laatste waar aan gedacht wordt…”