Arbeidsmarkt

VDAB en Unizo doen appel aan de bedrijfsleiders

KORTRIJK, BRUGGE - De krapte op de West-Vlaamse arbeidsmarkt zorgt er al jaren voor dat het voor veel werkgevers moeilijk is om nieuwe medewerkers aan te trekken. Ook de coronacrisis heeft daar weinig aan veranderd. Hoewel een toename van het aantal werkzoekenden wordt verwacht de komende maanden, zal dit de krapte slechts heel tijdelijk en in beperkte mate terugdringen. Daarom roepen VDAB en UNIZO West-Vlaanderen werkgevers op om van werkplekleren een belangrijk onderdeel van hun aanwervingsbeleid te maken.

 

Het aantal door de VDAB ontvangen vacatures zit de laatste maanden dan weer duidelijk in de lift. Het afgelopen jaar ontving VDAB West-Vlaanderen 52.183 vacatures. Eind mei stonden er nog 11.522 vacatures open. Bij het begin van het jaar waren dat er nog ‘maar’ 7.695.

Relatief weinig werkzoekenden, veel openstaande vacatures: de kans dat een bedrijf snel de eigen vacatures kan invullen, wordt er niet groter op. Dan is het voor de werkgevers des te belangrijker om naar het potentieel van de kandidaten te kijken en hen via werkplekleren de nog ontbrekende competenties op de eigen werkvloer bij te brengen. Hiervoor staan verschillende systemen ter hunner beschikking.

Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO)

Een Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming, kortweg IBO, is een vorm van werkplekleren die veel gebruikt wordt. Met een IBO leidt de werkgever een werkzoekende op op de eigen werkvloer gedurende maximaal 6 maanden. De werkgever betaalt hierbij geen loon of RSZ, enkel een vast maandelijks bedrag waardoor er meer ademruimte ontstaat om de kandidaat op te leiden. Na een succesvol verlopen IBO werft de werkgever onmiddellijk de werkzoekende aan.

Andere vormen van werkplekleren

Naast IBO bestaan nog diverse vormen van werkplekleren. Zo kunnen cursisten na het volgen van een opleiding een stage volgen in een bedrijf om de aangeleerde skills op de bedrijfsvloer verder te vervolmaken. Bij een WerkErvaringsStage (WES)  ligt de nadruk op het versterken van de generieke competenties en het opbouwen van werkervaring. Bij een BeroepsInlevingsStage (BIS) ligt de focus – naast de werkervaring – dan weer op het versterken van de technische competenties.

Een werkgever kan ook beslissen om zelf een Korte Opleiding met Stage (KOS) van maximaal 5 dagen te organiseren binnen de eigen bedrijfsmuren om zo zeer gericht cursisten op te leiden in functie van openstaande vacatures. En via de leertijd kunnen jongeren tussen de 16 en de 25 jaar a rato van 4 dagen per week een beroep aanleren bij een bepaalde werkgever. Mogelijkheden genoeg dus.

Uitstekende tool

Volgens Robert De Clercq, directeur VDAB West-Vlaanderen, is werkplekleren in al zijn vormen een uitstekende tool voor werkgevers om interessante kandidaten net die competenties bij te brengen die voor het succesvol invullen van de eigen openstaande vacatures van cruciaal belang zijn. “Op een krappe arbeidsmarkt wordt opleiden – ook opleiden op de eigen werkvloer – meer en meer het nieuwe rekruteren”, vindt De Clercq.

Ook Wouter Blomme, directeur Unizo West-Vlaanderen, ziet in werkplekleren een hefboom met de nodige toegevoegde waarde voor de arbeidsmarkt. “Werkplekleren is een eeuwenoude traditie, denk maar aan de gilden en ambachten met hun leerlingen en gezellen”, zegt Blomme. “Het verwerven van kennis, vaardigheden, competenties en attitudes in een reële werksituatie is onevenaarbaar. Al lerend meedoen en meedenken met een ondernemer verhoogt de toegevoegde waarde van medewerkers. Toch kampt het werkplekleren wat met perceptieproblemen. Teveel papieren rompslomp, soms een verkeerde match tussen leerling en onderneming. Maar het zijn stuk voor stuk nadelen die niet opwegen tegen de voordelen. Want het gros van de werkgevers die op werkplekleren inzetten, zijn meer dan tevreden. Goede tradities zijn er om in ere te houden. Nu, in tijden van arbeidskrapte, zelfs des te meer.”