-Hoe kijkt u als hoteluitbater terug op het voorbije jaar?
-Stoffel Yperman: We waren zes maanden dicht, hoeft het dan gezegd dat het een zware periode was? Toen corona officieel in het land was en een lockdown werd afgekondigd (13 maart 2020), mocht de hotelsector in principe nog open blijven. Maar wij dachten er anders over: we zagen de ernst van de situatie in en besloten vrijwillig de deuren te sluiten. De vraag viel overigens ook stil. Vrijwillig sluiten was geen gemakkelijke beslissing, maar we deden het toch uit plichtsbewustzijn.
-Hoe groot viel de schade uit in cijfers?
-Ik denk dat onze jaaromzet met 40 procent kelderde. We draaiden voor het eerst ook met verlies, de logica zelve. De zomer van 2020, toen we heropenden, zorgde voor enig soelaas maar ook dan hebben we onze capaciteit vrijwillig aan banden gelegd om gezondheidsproblemen te vermijden. We besloten ook om meer gezinskamers aan te bieden, en dat was een zeer goede beslissing.
-Hoe taxeert u de rol van de overheid?
-Met een dubbel gevoel. Positief was het vangnet in de vorm van steun (overbruggingskrediet, beschermingsmechanisme). Daar tegenover staat echter de manke communicatie, waarbij men zich voortdurend tegensprak. Dat laatste had zware gevolgen voor de werking van de hele horeca-sector.
-Wat doet een hoteluitbater als hij de wind zo van voor krijgt?
-Ik heb harder gewerkt dan ooit, denk ik. Voor ik met hoteluitbating begon, was ik tien jaar als zelfstandige actief in de aannemerij. Ik dacht: waarom zouden we die activiteit van vroeger niet opnieuw activeren, en zo gebeurde ook. Ik werkte voor derden maar ook voor mezelf. Zo heb ik de kamers wat verfrist en in ons hotel ook één kamer volledig heringericht en er een mini-wellness van gemaakt. De eerste reacties zijn bijzonder positief, nu we opnieuw de deuren hebben geopend. Ik heb vanwege de Canadese groep Health Made ook de dealerlicentie verworven om in onze regio aan de Westkust biosauna’s aan te bieden. Gezien de gezondheidstrend van vandaag, is de belangstelling ook groot. Wie interesse heeft kan onze showroom, die ik helemaal zelf inrichtte, bezoeken op de dijk van Oostduinkerke.
-Hoe ziet u de toekomst voor het hotelwezen?
-Ik zie het nu zeer positief in. Ze willen toch zo graag een terrasje doen, en wij zien de vakantiegangers opnieuw vlotjes kamers boeken. Vakantie in eigen land lijkt hipper dan ooit voordien. We prijzen ons gelukkig: juli en augustus zijn quasi volgeboekt. Maar goed ook want het voorjaar was niet bepaald een hoogvlieger en daar mag het slechte en koude weer verantwoordelijk voor gesteld worden.
-Zal u bepaalde zaken anders doen?
-Niet meteen. Ik blijf trouw aan dezelfde principes als voor corona, te weten: we gaan voor een kwalitatief onderkomen tegen een aanvaardbare prijs. Ik denk er wel aan om meer visibiliteit te geven aan onze terras voor de deur. Daar zal ik opnieuw de handen voor uit de mouwen steken. In het laag seizoen zal ik ook wat meer opdrachten aanvaarden voor binnenhuis aanpassingen, iets wat me goed ligt. Maar ik zal er ook voor zorgen dat alles beheersbaar blijft.
-Heeft corona u veranderd als mens en als ondernemer?
-Ik denk het wel. Ons hotel kreeg de naam Rewind mee, om de hotelgangers mee te geven dat ze hier komen om te ontstressen, en de batterijen terug op te laden. Onszelf ‘rewinden’ dat is wat ik en mijn partner Florence misschien ook wat meer moeten doen. Soms kan het allemaal wat te veel zijn en is er te weinig tijd voor iets anders. Die les moeten we meenemen en ik hoop dat dit ook in de maatschappij wordt onthouden.