Digihubs helpen kmo’s met digitalisering

Om ook kleinere bedrijven in Vlaanderen mee op de digitale trein te krijgen, richtte werkgeversorganisatie Voka zogenaamde digihubs op in elke provincie. De digihubs brengen bedrijven in contact met de kennisinstellingen die hen het beste kunnen helpen met hun specifieke uitdagingen rond digitalisering. Onderzoekscentrum Flanders Make is een prominente partner, die bedrijven in alle provincies advies en testinfrastructuur aanbiedt.

“Door de coronacrisis is het nog duidelijker geworden hoezeer digitalisering een must is om als bedrijf competitief te blijven”, stelt Emma Claeys, business development manager bij Flanders Make. “Het is echter niet eenvoudig om eventuele achterstand op dit gebied in te lopen, zeker niet voor kmo’s.” Niet elke kmo heeft immers een eigen afdeling onderzoek & ontwikkeling om snel stappen te zetten in digitalisering.

Om kleinere bedrijven op weg te helpen richting digitale transitie, richtte Voka in elke Vlaamse provincie een digihub op, een one-stop-shop in een Voka-kantoor waar bedrijven terechtkunnen met al hun vragen rond digitale technologie. Deze infocentra kwamen er op initiatief van de Vlaamse regering, die samen met Europa – via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) – in totaal vijf miljoen euro investeert in het project. De ambitie is om minstens 500 kmo’s te begeleiden.

Perfect binnen filosofie

In de digihubs brengen experts allereerst de specifieke noden van ondernemingen in kaart. Voor de opmaak van een concreet actieplan verwijzen ze bedrijven door naar een van de 28 kennisinstellingen die meewerken aan het initiatief. Flanders Make is een van de prominente partners, naast andere kennisinstellingen zoals verschillende universiteiten, hogescholen en Sirris –  het collectief centrum van de technologische industrie.

“Digitalisering, als deel van de omslag naar Industrie 4.0, is een speerpunt van onze diensten naar bedrijven toe”, zegt Claeys. “Het digihub-project past dus perfect binnen onze filosofie. Door te vertrekken van praktische vragen van bedrijven, kunnen we in korte tijd een concrete impact hebben.”

Coaching en testinfrastructuur

“Als we via een digihub een dergelijke vraag krijgen, bekijken we eerst alle technologische uitdagingen en stellen dan een gedetailleerd plan van aanpak op”, legt Claeys uit. “Als het bedrijf akkoord gaat, start een kort traject van acht à tien werkdagen waarbij op maat gewerkt wordt aan het digitale updaten van bepaalde werkprocessen.” 70% van de kosten van deze begeleiding wordt gedragen door het digihub-project.

Kennisinstellingen zoals Flanders Make bieden bedrijven zowel coaching door experts als toegang tot testinfrastructuur. “Zo kunnen wij in onze labo’s bijvoorbeeld gemakkelijk tonen hoe je operatoren kunt ondersteunen met digitale werkinstructies en tot wat bepaalde robots of cobots in staat zijn”, vertelt Claeys. Flanders Make kan ook dergelijke ondersteuning bieden rond bijvoorbeeld slimme monitoring met artificiële intelligentie, datacaptatie, 3D-printen, voorspellend onderhoud en het gebruik van augmented of virtual reality.

Eventueel vervolgtraject

“Tijdens dit korte traject laten we ondernemingen proeven van wat er allemaal mogelijk is op het vlak van digitalisatie”, zegt Claeys. “Daarna kunnen ze hun plannen eventueel verder uitwerken bij een externe partner, maar ze kunnen ook nog steeds bij ons terecht voor een vervolgtraject.” Om te vermijden dat bedrijven heel vroeg in hun innovatieproces investeringen doen die achteraf verkeerd blijken te zijn, biedt Flanders Make onder meer het zogenaamde Innovation Boosting-traject aan, waarbij in korte tijd de haalbaarheid van innovaties wordt onderzocht.

Interesse om samen te werken met Flanders Make? Neem hier contact op met het onderzoekscentrum.

Flanders Make voert technologisch onderzoek met en voor bedrijven. Het onderzoekscentrum ontwikkelt en test toepassingen die de Vlaamse industrie helpen competitiever te worden dankzij product- en productie-innovatie. Flanders Make bestaat uit co-creatie centra in Lommel, Leuven en Kortrijk, de Vlaamse dronefederatie EUKA en labo’s bij de vijf Vlaamse universiteiten.