Als algemeen directeur van Racing Genk -en later van Germinal Beerschot en Antwerp- had Paul Heylen al een indrukwekkend parcours afgelegd. En dan hebben we het niet eens over zijn bedrijvigheid gehad als manager van domein Bovy in Heusden-Zolder en in de horeca. Hoewel hij als manager al behoorlijk wat bagage had in het organiseren van evenementen, ging Heylen pas in 2010 van start met het zelf beheren van horecazaken.
Het begon met De Krater aan de Cosmodrome in recreatieoord Kattevennen, waarvan hij later de concessie zou verliezen. In 2012 zette Heylen zijn tanden in Het Klooster aan de Onderwijslaan in Genk. “Ik heb ook nog Sportcentrum De Dreef in Vorselaar gerund, het Meeuwennest in Meeuwen, de Belgiek en het Trefpunt in Genk”, zegt Heylen.
Ondanks zijn respectabele leeftijd gaat Heylen nu toch nog een nieuw avontuur aan. “Mijn meter heeft zestig jaar lang café Zulma in Waterschei uitgebaat”, zegt hij. “Ze was tachtig toen ze stopte. Met de brouwer heb ik een contract van tien jaar getekend voor de uitbating van de Hoefstad. Ik kan niet stilzitten. Ik heb twee appartementen aan zee, maar geen behoefte om ernaartoe te gaan. Behalve voor een voetbalwedstrijd. Mijn drijfveer is tussen de mensen zijn.”
Bruine kroeg
Hoefstad is met 123 jaar het oudste nog bestaande café in Genk. “Ik ga er een brasserie/café van maken”, zegt Heylen. “We hebben buiten twee grote terrassen en we gaan nog een derde aanleggen voor het publiek en een vierde voor privéactiviteiten. Dat betekent dat we dan buiten en in de veranda in totaal 185 plaatsen hebben. Van het binnengedeelte wordt een bruine kroeg gemaakt. Zo eentje waar je gezellig een pintje kan drinken en wat kan keuvelen, zowel tijdens de openingsuren van de brasserie als daarna. We zorgen voor ontbijt, brunch, lunch, diner en tussendoortjes. Het zal vooral de betere klassieke Vlaamse keuken zijn. We doen ook feestjes en vergaderingen.”
De Hoefstad opent op zaterdag 29 mei de terrassen. De zaak zal elke dag van de week open zijn vanaf 10 uur tot er geen klanten meer zijn. “Ik hoop snel in het appartement boven de Hoefstad te wonen”, aldus Heylen. “Dan kan ik ’s avonds een pintje meedrinken samen en ’s ochtends alweer meteen de deuren openen.”