man-working-with-a-computer-general-data-P6ZHGES-750×500

“Eigen bedrijven eerst”

Nu de Vlaamse overheid met de miljoenen begint te zwaaien om het onderwijs te digitaliseren, pleit Unizo Limburg klaar en duidelijk om meer te 'winkel-hieren'. Volgens Bart Lodewyckx moet het geld prioritair besteed worden bij lokale ondernemingen die IT-diensten, soft- en hardware kunnen leveren.

“Geld dat wordt besteed aan lokale toeleveranciers, rendeert minstens twee keer: één keer voor de school en haar leerlingen, en een tweede keer voor de lokale economie en haar bedrijven”, zo luidt de boodschap van Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg. Daarmee houdt hij een pleidooi om het budget van 375 miljoen euro dat is voorzien voor de ‘digisprong’ van ons onderwijs, te spenderen bij lokale kmo’s. “Net zoals we van de consumenten een steuntje verwachten voor de zwaar getroffen lokale economie, mogen we dat ook verwachten van de overheid en onze instellingen”, zegt hij. “Het is geen geheim dat onze kmo’s het in de huidige coronacrisis bijzonder hard te verduren hebben. Analyses van de Nationale Bank wijzen uit dat zelfstandigen en ondernemingen tot 10 werknemers het zwaarst getroffen worden. De investeringen in de digitalisering van het onderwijs vormen dan ook een uitgelezen kans om onze kmo’s een extra duwtje in de rug te geven. We hopen dat de scholen de nodige tijd nemen om hier grondig over na te denken vooraleer ze hun Digisprong-budget uitgeven en rekenen erop dat onze lokale bedrijven maximale kansen zullen krijgen om mee te dingen naar hun opdrachten.”

België blijkt overigens een slechte leerling als het gaat om overheidsopdrachten uit te besteden aan lokale handelaars. Met een score van 34% laten we in Europa alleen Roemenië en Portugal achter ons. “Daarbij gaat het lang niet altijd om slechte wil, maar worden lokale spelers over het hoofd gezien, terwijl die vaak niet eens weten dat er aanbestedingen open staan”, stelt Lodewyckx, die als tegengewicht verwijst naar de website van Provincie Limburg. “Aanbestedingen zijn bovendien vaak te complex opgesteld of te grootschalig opgevat voor kmo’s. Terwijl de Wet op de Overheidsopdrachten perfect toelaat om grotere opdrachten op te splitsen in kleinere loten, die ook voor kmo’s behapbaar zijn.”

En hij besluit: “Het is een misvatting dat lokale kmo’s per definitie duurder zijn. Een te enge focus op de laagste prijs leidt er soms toe dat parameters als nabijheid, snelheid en soepelheid van interventie onvoldoende wegen in de beslissing. Er is hoe dan ook nog veel werk aan de winkel om de winkelhier-reflex van lokale overheden en instanties aan te scherpen en om de toegang tot aanbestedingen voor kmo’s makkelijker en toegankelijker te maken voor kmo’s.”