Er is heel wat te doen rond het ei dat de federale regering heeft gelegd rond de bedrijfswagens. Een beslissing die de Limburgse bedrijven zorgen baart. “De fiscaliteit wordt – zeker tijdens de overgangsperiode – enorm complex”, waarschuwt Johann Leten. “Voor voertuigen, aangekocht voor 1 juli 2023, blijven de huidige regels behouden. Maar vanaf dan wordt de aftrekbaarheid geleidelijk aan afgebouwd. Ook na 2026 is het niet verboden om een niet-elektrische bedrijfswagen aan te kopen, maar deze wagens zullen voor de werkgever wel tot een kwart duurder worden. De vraag rijst waarom zuinige plug-in hybrides en andere duurzame technologieën geen kans meer krijgen.”
Nochtans is Leten geen tegenstander van vergroening. “De klimaatopwarming en de huidige tijdsgeest vragen een bewuster mobiliteitsbeleid en de vergroening van het bedrijfswagenpark. Vandaag heeft al één op vier nieuwe bedrijfswagens een stekker. Maar de hervorming die de regering voorstelt, moet voor werkgevers werkbaar blijven. Daarbij maken we ons grote zorgen over de publieke laadinfrastructuur. Een grote versnelling is nodig, want de huidige volstaat niet. Bijna één op de drie werknemers zal thuis niet kunnen opladen omdat die geen parkeerplaats aan huis heeft. Er is dus dringend nood aan een plan tussen de drie gewesten om de laadinfrastructuur verder uit te bouwen. Zeker de publieke.”
En Leten is eerlijk: “Het compromis over de bedrijfswagens bevat ook positieve elementen. Zo wordt er niet ingebroken op de lopende contracten. Dat was een sterke vraag van de werkgevers. Het bijsturen van het mobiliteitsbudget is ook een goede zaak. Het verder opentrekken en vereenvoudigen van het mobiliteitsbudget zal mensen aanzetten om te kiezen voor alternatieven.”