De drie regio’s lijken elk te kiezen voor een andere aanpak om de coronacrisis het hoofd te bieden. Terwijl Vlaanderen en Brussel sinds begin 2021 opnieuw het niveau van aantal gewerkte dagen halen van voor de crisis, is de situatie in het zuiden van het land niet helemaal vergelijkbaar. Maar hoewel Wallonië het minder goed doet dan Vlaanderen en Brussel, gaat ook hun curve in de goede richting.
Annelies Rottiers, strategisch adviseur kmo bij SD Worx duidt de cijfers. “Wanneer we het percentage gewerkte dagen analyseren, is het vrij duidelijk dat Vlaanderen het iets beter doet dan Brussel, en beduidend beter dan Wallonië wat betreft de tijdelijke werkloosheid. Die bedraagt in Vlaanderen 3,36% terwijl het in Brussel en Wallonië gaat om respectievelijk 3,6% en 5,02%.”
Volgens de expert van SD Worx zijn er verschillende verklaringen voor dit verschil: “Er zijn twee belangrijke factoren die dit verschil verklaren. De eerste factor zijn de verschillende sectoren. We stellen vast dat sommige sectoren, die minder actief zijn in Vlaanderen, en meer in Wallonië, meer impact ondervinden door de ingevoerde maatregelen, en daardoor zwaarder getroffen worden. Zoals drukkerijen, metaalbewerking en de bouw. De tweede factor is het statuut van de werknemer. We zien dat er in Wallonië meer arbeiders zijn dan in Vlaanderen. Telewerken heeft het voor veel Belgische werknemers mogelijk gemaakt om hun beroepsactiviteit voort te zetten. Arbeiders kunnen dit niet, wat hen in een nadelige positie plaatst. Dit verklaart mee het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië.”
Op basis van de cijfers kunnen we volgens SD Worx voor het merendeel van de sectoren optimistisch zijn. Het gemiddelde van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid daalt, en het percentage gewerkte dagen stijgt sinds het begin van het jaar.