guelinckx

“Huis verkocht om Delorge te kunnen overnemen”

Als u vandaag beslist om een nieuwe auto te kopen, is de kans groot dat u in een garage van Peter Guelinckx (40) terechtkomt. Met zijn groep Automotive & Mobility Invest is hij de enige of de grootste dealer van VW, Audi, Skoda, Seat, BMW, Mini, Land Rover en Jaguar in Limburg. Ooit was hij een Europese topper in het stijldansen, nu durft hij al eens met 300 per uur over een racetrack te scheuren.

Laten we beginnen met uw afkomst. Guelinckx is geen typisch Limburgse naam?
“Mijn vader is afkomstig van Wommersom bij Tienen. Mijn moeder is wel geboren en getogen Bilzense. Ik ben zelf ook in Bilzen geboren. Een paar maanden later zijn mijn ouders vertrokken naar Michigan om te studeren, voor twee jaar. Ik heb die tijd bij mijn grootmoeder gewoond en we vlogen regelmatig op en neer naar de Verenigde Staten. Mijn vader is reconstructief chirurg en mijn moeder is orthodontist. Mijn vader heeft in de hele wereld gewerkt, van Canada tot Vietnam. Hij is een wereldautoriteit op het vlak van het herstellen van gezichtsverlammingen. Nu komen mensen van overal naar het Salvatorziekenhuis om door hem geopereerd te worden.”

Maar u had meer interesse in auto’s dan in de medische sector?
“Helemaal niet eigenlijk. Ik had wel wat posters van een Audi Quattro V8 op mijn kamer hangen, maar dat was het dan ook. Mijn eerste hobby was paardrijden. Toen ik veertien was, kwam mijn tante eens op bezoek. Ze woonde in Engeland en werkte bij de Royal Air Force, echt een proper lady. Zij vond dat jongens goed moesten kunnen dansen om aan een lief te raken. Dus ben ik met mijn zus gaan stijldansen. Onze eerste wedstrijd was in de sporthal van Houthalen. We wonnen iedere categorie en de juryleden zeiden dat we daar verder mee moesten gaan. We zijn dan gaan trainen in dansschool Ritmo in Hasselt, waar Felix Castillo les gaf, een Amerikaanse ex-wereldkampioen. Ik heb eerst nog een jaar of vier met mijn zus gedanst, daarna met Daisy Croes, die later nog aan Sterren op de Dansvloer heeft meegedaan. Wij waren echt top in Europa, en bij de twintig besten in de wereld. Dat was wel zes uur per dag trainen. Dus het enige wat ik nog deed was studeren en dansen.”

U had geen plannen voor een professionele danscarrière?

“Nee. Mijn ouders zijn uit elkaar gegaan, en op mijn zeventiende ben ik al op mijn eentje gaan wonen in een appartementje in Hasselt. We werden wel gesponsord door Nike en Sabena, maar dat dansen kostte toch wel geld aan lessen en reizen. Toen ik afstudeerde in de richting Communicatie, heb ik een paar maanden voor Radio Donna gewerkt. Maar iedere dag vanuit de Demerstraat naar Brussel, dat was niet te doen. Via mijn toenmalige vriendin ben ik bij een Opel-garage in Haasrode terechtgekomen en op mijn eerste autosalon was ik de beste Opel-verkoper van België. Daar heb ik nog een reis naar Canada voor cadeau gekregen. (lacht) Maar Audi is altijd mijn favoriete automerk geweest, en intussen was ik met mijn toenmalige vrouw verhuisd naar Sint-Truiden. Zo ben ik in 2005 bij de familie Delorge terechtgekomen.”

Hoeveel auto’s verkocht u toen op een jaar bij Opel?

“Ongeveer 350. Om je een idee te geven: de collega die na mij kwam, en die al 25 jaar in het vak zat, verkocht er 250.”

U bent in Limburg voor het eerst op de radar gekomen met de overname van de Audi- en VW-concessie Delorge. Hoe is dat in zijn werk gegaan?

“Na twee jaar merkte ik dat de kinderen Delorge hun ouders niet wilden opvolgen, en ik wilde voor mezelf beginnen. Ik vroeg aan de familie of ik niet een stuk kon overkopen. Ik had met mijn vrouw toen een rijhuis in Sint-Truiden gekocht en in drie jaar tijd helemaal zelf verbouwd. We hadden al die tijd bij mijn schoonouders op zolder gewoond. Ons huis was juist af, mijn vrouw was net zwanger en toen kwam ik haar vertellen dat ik dringend 250.000 euro moest vinden. Bij de banken zagen ze het niet zitten om een 26-jarige volledig te financieren, dus hebben we ons huis opnieuw verkocht. Dan had ik nog 100.000 euro te kort en heeft mijn vader borg getekend bij de bank, in 2007.”

De ene dag was u verkoper, de volgende dag de baas. Hoe begin je dan aan je eerste werkdag?
“Dat is heel vreemd, want je bekijkt alles door een andere bril. Ik moest winst maken om mijn lening te kunnen terugbetalen en begon opeens voor twee te werken, want dan kon ik een medewerker uitsparen. Toen mijn zoontje één jaar was, ben ik ook gescheiden, maar ik blijf mijn ex dankbaar dat ze me geholpen heeft met die start. We komen ook nog altijd goed overeen. Ik heb dan drie jaar op een klein appartementje boven de garage gewoond, met alleen een bed. Het was dan ook nog eens de bankencrisis, de banken werden nerveuzer en de verkoop slabakte. Ik zat met die lening van 100.000 euro, en de nieuwe vennootschap had aan de familie Delorge ook nog 1,9 miljoen euro uitbetaald. Gelukkig blijft de automarkt een stabiel gegeven. Een dip wordt altijd weer ingehaald.”

Dan bent u op het overnamepad getrokken in Limburg.
“In 2009 hebben we onze eerste overname gedaan: Van Heers in Borgloon, onze grootste concurrent. Dat zorgde wel voor een beetje onrust bij de familie Delorge. Zij hadden een partner gezocht om minder te gaan werken, niet om nog meer te gaan doen. Daarom hebben ze me de helft van hun aandelen verkocht. Toen wilde de bank me wel geld lenen en is de rollercoaster begonnen. Ik mocht in 2010 van invoerder D’Ieteren de concessie van Meyers in Hasselt overnemen, maar ik moest dan investeren op een zichtbare locatie langs de Grote Ring, en ik moest twee aparte gebouwen kunnen zetten voor Audi en Volkswagen. Ik ben dan bij de familie Baert terechtgekomen voor het terrein naast Concentra, en zij vonden mijn ondernemerschap wel een mooi verhaal. Maar een terrein van 3 hectare kon ik op dat moment niet betalen. Dan heb ik met de familie Baert afgesproken dat ze me voor drie jaar een optie op de grond zouden geven, tegen een intrest van 6 procent. Bij ING heb ik de financiering van 25 miljoen rond gekregen voor de twee garages met kantoorruimtes erboven. De voorwaarde was wel dat ik 50 procent van de kantoren al verhuurd had voor ik het krediet kreeg en dat ik zelf ook nog geld inbracht. Greet Claeys was toen al mijn vriendin. Zij vond het wel fijn om met de familie Claeys in Hasselt, waar ze toch altijd de Kinepolis gehad hadden, mee een nieuw project te ontwikkelen. Ik vond dat eerlijk gezegd moeilijk: een zakelijke relatie met iemand waarmee je een gewone relatie hebt. Greet is dan toch ingestapt als 50/50 eigenaar in het immobiliënverhaal. Zij bracht een stuk financiering in, ik zorgde dat de huurders er waren.”

D’Ieteren heeft gaandeweg het aantal dealers en concessiehouders afgebouwd. Heeft dat in jullie voordeel gespeeld, dat er bedrijven op de markt kwamen?
“Absoluut. In het eerste plan van D’Ieteren was Oost-Limburg nog een tweede market area, voor 2.000 à 3.000 auto’s. Normaal ging de familie Coox dat doen, maar zij beseften dat ze dan nog te klein zouden zijn om alle schaalvoordelen te hebben.”

Die schaalvergroting is ook nodig omdat de marges zo klein zijn in de autosector, nauwelijks 2 à 3 procent. U moet dus al heel veel auto’s verkopen om winst te maken.
“Dat is zo. Vroeger hadden we drie Audi-concessies op een kwartier van elkaar. Hasselt, Genk en Lanklaar. Die gebouwen kosten fenomenaal veel geld. De garage van Willems in Genk moesten we verbouwen, wat zeker 1,5 miljoen zou kosten. Daarom hebben we daar een occasiecenter van gemaakt, want de tweedehandsmarkt wordt steeds belangrijker in België. Dat zorgt voor meer rendement, want in Hasselt en Lanklaar kunnen we nu extra personeel inzetten, op zaterdag werken, de vervangwagens concentreren en dus meer service bieden.”

Intussen bent u verder gaan kijken dan Volkswagen en Audi en bent u ook de grootste BMW-dealer van België geworden. Hoe is dat gebeurd?

“Tijdens de dieselcrisis heb ik beseft dat al mijn eieren in één mand lagen. Hoe sterk de Volkswagengroep ook was, als je op een geven moment de CEO hoort zeggen dat hij niet zeker was dat ze het gingen overleven… We moesten op meerdere paarden gaan wedden, en ik wist dat de familie Van Osch wilde verkopen. Ik ben toen de top van BMW België om hun zegen gaan vragen om overnamegesprekken op te starten. Niet vergeten dat Audi en BMW dé grote concurrenten van elkaar zijn, dus dat lag heel gevoelig, en ik zou in België de eerste zijn die de twee merken zou combineren.”

En vielen ze van hun stoel bij BMW?
“Niet echt. Ze beseften ook dat hun lokale familiebedrijven niet allemaal klaar waren voor de opvolging en ze zochten jonge ondernemers om die concessies verder te zetten. We hebben wel altijd geprobeerd om de sterke kanten en mensen van die families aan boord te houden. De families Coox, Timmermans, Haese, Deboutte, er zijn nog altijd zonen en dochters daarvan die voor ons werken. Maar ik heb ook verhalen gehoord waarbij de jongere generaties na de verkoop opgelucht waren en zeiden: ‘Ik had liever een bloemenwinkel gehad, of ik was liever kinderleidster geworden, maar ja, mijn ouders hadden een garage…’”

En plots kwamen zelfs Land Rover en Jaguar erbij.
“Dat was eigenlijk heel toevallig. We waren hier aan het bouwen, en hun garage lag net aan de overkant. De siteverantwoordelijke van Land Rover Jaguar belde me dan al lachend en zei: ‘Hey Guelinckx, uw gebouw wordt maar groter en groter, ge gaat mijn zonlicht wegpakken.’ Dan antwoordde ik dat hij maar tegen zijn baas moest zeggen dat die mij moest bellen, dan zou ik hem wel een zonnebril kopen. (lacht) Een paar jaar later kreeg ik effectief telefoon dat de Antwerpse eigenaars wel wilden verkopen. Drie maanden later was de deal rond. Het is een mooie aanvulling op onze Duitse merken.”

Is er nog een merk waar u graag een dealership van zou hebben?

“Ja, mijn passie ligt toch bij een Italiaans paard. (lacht) Ik heb recent een exclusieve Ferrari kunnen kopen, de eerste in België. Daar zit een plan achter. Ik wil echt bij dat merk binnendringen. Limburg is te klein voor een nieuw dealership, maar moest er ooit één te koop komen, dan zal ik zeker op de eerste rij staan. Voor de rest zijn we ook over de provinciegrenzen aan het kijken. We zijn bezig met een overname in Leuven van een Audi/VW-dealership. Daarna gaan we het zeker een jaar of twee wat rustiger aandoen.”

Zullen we nog even overschakelen van Peter Guelinckx de autoverkoper naar Peter Guelincx de autocoureur. Hoe is dat zo gekomen?

“BMW had een racemodel van de M2 uitgebracht. Ik ben daar mee beginnen rijden op circuits en heb mij omringd met mensen die er iets van kennen: de familie Longin, Anthony Kumpen… Ik had mijn vrouw nochtans beloofd dat ik nooit echt zou gaan racen, maar zo een 24U-race, dat fascineerde me toch. Om Greet te overtuigen heb ik dan voorgesteld om een wedstrijd te gaan rijden waar het mooi weer was (lacht). Zo zijn we in Dubai terechtgekomen. Maar daar heb je een licentie voor nodig. Dus ben ik eerst twee keer in Asse gaan rijden, en heb ik twee keer de Belcar op Zolder gereden. We zijn in Dubai trouwens onze categorie gewonnen. Ze hebben me wel pas achteraf verteld dat Dubai een van de zwaarste 24uraces ter wereld is omdat het er zo donker is (lacht). Samen met Stienes Longin ga ik nu ook de Bmw-cup rijden. Audi kon natuurlijk niet achterblijven, dus hebben we nu een R8 GT2 gekocht waar we ook vijf races mee doen, de eerste in Monza. Met 300 per uur op het rechte stuk.”

Nog een slotvraag: bent u intussen zelf al benaderd geweest om overgenomen te worden?

“Ik krijg die vraag regelmatig, net zoals wij altijd de markt in de gaten houden. Maar het is niet aan de orde om die stap te zetten. Laat het ons nog maar Limburgs houden. Niet alles moet naar de buitenlanders gaan.”

In het kort:
Peter Guelinckx (40) – Bedrijf: Automotive & Mobility Invest. De groep verkoopt ruim 20.000 auto’s van verschillende merken per jaar – Omzet 2020: 613,7 miljoen – Resultaat 2020: 8,3 miljoen -Aantal personeelsleden: 900 – Samenstelling gezin: getrouwd met Greet Claeys (55). Twee pluskinderen Ben en Bas (28), zoon Nicolas (13).