In het tweede kwartaal van 2020 kreeg de sector harde klappen te verduren omwille van de lockdown maar Erik Debruyne, operationeel directeur bij Randstad Construct, ziet dat de markt zich snel herpakt. Randstad Construct breidt zijn kantorennetwerk dan ook uit met onder andere een nieuwe unit in Oostende, waar twee dames de dienst uitmaken. Erik Debruyne maakt van deze gelegenheid gebruik om enkele trends op vlak van tewerkstelling binnen de bouwsector te belichten.
Uitdaging één: uitstroom groter dan instroom
Hoewel uit een bevraging van Confederatie Bouw blijkt dat het totale personeelsbestand in de bouw in 2021 met 1,6% zou afnemen, heerst er nog steeds een enorme schaarste. Bij de arbeiders blijkt dat er vooral een hoge nood aan gespecialiseerde profielen bestaat, allicht een gevolg ook van de uitstroom bij vakmensen, omwille van de vergrijzing. Bovendien zal de vergrijzing steeds zwaarder gaan wegen aangezien er meer uitstromers zijn dan instromers. In de meeste bouwrichtingen van het secundair onderwijs dalen de leerlingenaantallen jaar na jaar. Ook het systeem van duaal leren biedt daar overigens weinig soelaas.
De bouwsector doet nochtans grote inspanningen om de sector een jonger en aantrekkelijker imago te geven. Bovendien zal de sector ook een belangrijke rol spelen in de oplossing van de klimaatproblematiek. Een thematiek die veel mensen en ook jongeren aanspreekt. Verder zet de sector ook heel erg in op digitalisering en veiligheid. Dit zal de aantrekkelijkheid alleen maar ten goede komen.
Inmiddels blijft de vraag naar onder meer wegenwerkers, metselaars, schrijnwerkers, loodgieters en bekisters groter dan het aanbod. Bouwbedrijven willen dan ook kansen geven aan nieuwkomers in de sector. Ze hebben meer oog voor soft skills, zoals een goede mentaliteit en de bereidheid om veel te leren.
Uitdaging twee: innovatie in bouwsector leidt tot kwalitatievere jobs
Voor de bouwsector zal een sleutelrol weggelegd zijn in de relance na de coronacrisis. Denk maar aan de verduurzaming van onze bebouwde omgeving en de energietransitie. Investeringen in de bouwsector hebben een grote impact op onze economie in het algemeen en betalen zich op die manier terug. De bouwsector draagt op die manier bij tot een duurzame samenleving, een beter leefmilieu, beter wonen en een betere mobiliteit.
Bovendien is de bouwsector in volle transitie, concludeert de studie van Randstad. Innovatie zorgt voor een veranderende vragen naar profielen en vaardigheden en leidt tot kwalitatievere jobs. “Zo stellen we een stijgende vraag vast naar bediendeprofielen in de bouwsector”, stelt Erik Debruyne. “Dat heeft onder meer te maken met de digitalisering van de bouwsector. We zien dan ook enkele relatief nieuwe jobs ontstaan zoals bijvoorbeeld BIM modelleur, iemand die ontwerp-, teken-, berekenings- en selectiewerkzaamheden verricht met als doel het samenstellen, beheren en ontwikkelen van een 3D-informatiemodel waarin alle data die nodig is voor het ontwerpen, bouwen en beheren van bouwwerken wordt vastgelegd en aan elkaar gekoppeld. Daarnaast moeten ook cruciale bediendefuncties zoals tekenaars hun vaardigheden bijschaven. Er komen continu nieuwe softwareprogramma’s op de markt die aan belang winnen. Het is essentieel voor die profielen om een open mindset te hebben en continu te willen bijleren. Levenslang leren is meer dan ooit het credo. Tot slot zien we een zeer grote nood aan gekende knelpuntberoepen zoals werf- en projectleiders en calculatoren. Ook hier is de instroom uit de bacheloropleidingen te laag om aan de vraag te voldoen. Het wordt cruciaal voor bedrijven om aan te werven op potentieel en zelf te investeren in de opleiding van nieuwe of bestaande medewerkers.”
Uitdaging drie: zelf opleiden cruciaal in war for talent
Bouwbedrijven zijn zich vandaag de dag zeer bewust dat ze zelf op maat zullen moeten opleiden. Sommige bedrijven richten daarom een eigen vakschool op. Ook uitzendarbeid heeft zijn nut al bewezen als ideaal (zij-)instroomkanaal dat zorgt voor meer verjonging en diversiteit in de sector.
“Enkel op die manier zullen bedrijven talent voor zich kunnen winnen en mensen kunnen warm maken voor een job in de bouwsector”, denkt Debruyne. “Bouwbedrijven die hun HR-strategie professionaliseren en nadenken over welke vaardigheden ze nodig hebben, hoe ze personeel zelf kunnen bijscholen en hoe ze de bouwsector in het algemeen en hun eigen (werkgevers)merk in het bijzonder meer in de verf kunnen zetten, zullen aan de winnende hand zijn in de ‘war for talent’. Daarnaast is het zaak om in sollicitatiegesprekken met kandidaten steeds goed in te zoomen op de intrinsieke motivatie en het leervermogen van de kandidaat. Die elementen zijn cruciaal voor succes.”