levenstond verberckmoes dessers

“Geen vluchten, geen kreeften. Geen schepen, geen scampi’s.”

Met het winnen van de Herman Dessersprijs heeft Axel Verberckmoes van Levenstond Seafood meer exposure gekregen dan hem lief is. De CEO van de internationale verwerker en verdeler van verse visproducten staat niet graag zelf in de belangstelling. Er valt nochtans heel wat te vertellen, want 2020 was een erg bewogen jaar: het verlies van zijn grootste contract, de bouw van een buitenlandse fabriek, de verkoop én aankoop van een winkelketen, én uiteraard een schepnet vol met corona-uitdagingen...

Het was ergens in 2007 dat Axel Verberckmoes zijn jarenlange ervaring in de sector van de verse vis ging gebruiken voor het opzetten van een eigen zaak. Als uitbater van een groothandel in Mechelen had hij voldoende contacten en vakkennis om kraakverse vis te gaan invoeren, verwerken en verkopen aan supermarkten, voedingsgroothandels en restaurants. Als schoonzoon van de transporteursfamilie Levenstond kreeg hij in het landelijke Vlijtingen (Riemst) een leegstaande hal ter beschikking, niet snel daarna aangevuld met een nieuwbouw. De vis die Verberckmoes zelf in IJsland of Schotland ging kopen, werd ingevlogen naar de luchthaven van Bierset, om vervolgens vanuit Vlijtingen te verhuizen naar de grote retailers in ons land. Levenstond Seafood werd al snel een succes, want 3 jaar later boekte het bedrijf meer dan 10 miljoen euro omzet. De start van een onwaarschijnlijk avontuur.

“Tot voor kort hebben we constant in een positieve flow gezeten”, vertelt Axel Verberckmoes. “De enige evolutie die we hebben gekend was die van groei. Meer contracten, meer mensen, meer investeringen… alles is tot dusver perfect gelopen zoals gepland.” Zo nam Levenstond Seafood in 2011 de gekende vishandel Vandermaesen over, waardoor de groothandel werd uitgebreid met enkele eigen winkelpunten (cash & carry) voor de rechtstreekse verkoop.

Contract kwijt
In 2020 werd echter alles anders. “Een eerste belangrijke gebeurtenis was het plan om een nieuw bedrijfsgebouw neer te zetten in Riemst”, vertelt de CEO. “We hadden daar een mooi stuk grond gekocht om met een investering van 8 miljoen euro een performante verwerkingseenheid te bouwen. Dat was nodig omdat we met Delhaize, dat ondertussen in handen was gekomen van Albert Heijn, in pole positie zaten om de enige visleverancier van de hele keten te worden. Omdat de bouwvergunning echter te lang aansleepte en we bijgevolg aan Delhaize moesten melden dat we pas een jaar later de gewenste hoeveelheden konden voorzien, werd de deal afgeblazen. Daarbij verloren we niet alleen het extra volume, maar ook de orders die we voordien al hadden. Een serieuze streep door de rekening, waardoor we moesten afzien van de nieuwbouw en beslist hebben om verder te investeren in onze vestiging in Vlijtingen.”

Oostenrijk
De nieuwe fabriek van Levenstond Seafood komt er uiteindelijk toch. Niet in Riemst, maar wel in Oostenrijk… “De werken zijn daar inderdaad gestart”, bevestigt de CEO. “Nadat we daar een groot contract wisten af te sluiten met een supermarktketen, hebben we heel snel een bouwvergunning gekregen om 15 miljoen euro te investeren in een nagelnieuwe plant. Er zijn intussen contacten met andere geïnteresseerde groothandelaars en hotelketens. Voor ons is dit een heel interessante markt. In Wenen alleen al vinden -onder normale omstandigheden- 17 miljoen hotelovernachtingen per jaar plaats. Die mensen lusten allemaal graag een stukje vis… Bovendien ligt Oostenrijk centraal om als uitvalsbasis te fungeren voor de verovering van andere Europese landen. De concurrentie is daar in de buurt nog niet zo groot, dus kunnen we een mooi marktaandeel inpalmen. Daar hebben we alle vertrouwen in, want de productkennis en de ervaring met het hele proces, van aankoop, over verwerking tot transport naar de klant, hebben we voldoende. En als dit bolt, zullen we wel zien of er nog mogelijkheden zijn voor bijkomende vestigingen in andere landen.”

“Kreeft is nu duurder door gebrek aan lijnvluchten”

Een tweede belangrijke verandering voor Verberckmoes was de ontwikkeling rond dochterbedrijf Vandermaesen. “We waren al een tijdje in gesprek met het Oost-Vlaamse Gilco over de overname van de haring-activiteiten bij Vandermaesen”, zegt de CEO. “Dat was logisch omdat we samen zowat 90% van die markt in handen hadden. Maar toen ging Gilco aandringen om ook de rest van Vandermaesen over te nemen, met name de cash & carry-winkelpunten en de toelevering aan de horeca. Niet dat ik daar absoluut van af wou, maar het bod dat we kregen was nu eenmaal een goede zakelijke opportuniteit. Vandaar dat we Vandermaesen helemaal hebben afgestoten.”

Shop-in-shop

Om vlak daarna een ander verhaal in de cash & carry op te zetten. “Inderdaad, na het faillissement van vishandel Arijs kregen we de kans om (samen met Mario Vleugels van Agora Culinair) een nieuwe overname in de B2C te doen. We hebben de bestaande activiteiten omgevormd tot De Vis Factorij en zijn eigen verkooppunten gestart in Herentals en Riemst. Dat is al snel succesvol geworden, waardoor we het cash & carry-concept verder zijn gaan uitbreiden. Zo hebben we nu in tal van supermarkten (zoals in de Carrefours van Diepenbeek, Houthalen en Sint-Truiden) een shop-in-shop, waarbij De Vis Factorij de volledige visafdeling verzorgt. Van aankoop, dagverse leveringen, verwerking, pricing… tot aan de kassa. Voor de franchisenemers van die winkels is dat interessant, want zo beperken ze hun ‘waste’ (overschot en afval). Dit concept heeft veel toekomst. Zeker in combinatie met een ander verkoopkanaal: het internet. We werken nu al samen met een aantal aanbieders van online voeding, zodat onze vis 24/7 kan besteld worden.”

Vliegende kreeften
En dan hebben we het nog niet over Covid-19 gehad… “De impact was voor ons tweeledig”, vertelt Verberckmoes. “De horeca is natuurlijk helemaal stilgevallen, wat wij sterk gevoeld hebben. Vooral in cashflow-issues, want er stonden nog wel wat rekeningen open. We zijn benieuwd naar de evolutie in de komende maanden. Een andere kwestie die ons parten heeft gespeeld, was de sterk verminderde aanvoer van de producten. In andere landen waren veel strengere maatregelen van kracht, waardoor de vissers niet mochten uitvaren en wij dus veel minder aanbod hadden. Bovendien geraakten door transportrestricties niet alle zendingen tot bij ons. Neem nu de Canadese kreeft, die normaal met cargo, maar ook met passagiersvluchten naar hier komt. Tja, als er geen vluchten zijn, hebben wij dus geen kreeft. In de feestperiode zaten we bijvoorbeeld met gigantische tekorten, en bijgevolg met veel duurdere prijzen. Een verschijnsel dat zich nu in mindere mate herhaalt door het geblokkeerde schip op het Suez-kanaal. Omdat er minder transporten zijn, worden de containers duurder, bijvoorbeeld voor de ingevroren scampi’s uit Azië.”

Toch heeft Levenstond Seafood ook voordeel gehaald uit de coronacrisis. “Mensen zijn massaal thuis gaan koken, en uit zelfmedelijden hebben ze vaker voor goede kwaliteitsproducten zoals onze vis gekozen. In dat marktsegment hebben we dus wel wat verliezen gecompenseerd. Al merk ik nu dat hoe langer de crisis duurt, de consumenten voorzichtiger met hun centen omgaan. Ze zijn bezorgd over de steunmaatregelen die wegvallen, de nieuwe situatie waarin ze op hun werk gaan terechtkomen, enzovoort. Dat houdt toch wel de vinger op de knip.”

“Ja, in Limburg is het veel fijner dan in het Antwerpse”

Axel Verberckmoes ontkent niet dat de coronacrisis hem als ondernemer op de proef heeft gesteld. “Als je gewoon bent om alleen maar vooruit te denken, is het best wel pittig om ineens crisis-management te moeten doen”, zegt hij. “In de eerste plaats moesten we de organisatie op punt stellen en alle regels van afstand enzo, nauwkeurig toepassen. De beschikbaarheid en planning van de mensen was een andere uitdaging. En er moest natuurlijk ook op de kosten worden bespaard. Allemaal niet zo fijn. Daarbij kwamen alle beslommeringen zoals daarnet aangegeven, en zo ontstond een cocktail van moeilijke knopen om door te hakken.”

Aan de positieve zijde waren er nochtans lichtpuntjes genoeg. “Ik denk dan aan de bouw van onze fabriek in Oostenrijk, waar ik toch om de 14 dagen heel even naartoe moet. Het is fijn om dat te zien vooruitgaan. En ook met ons eigen IT-bedrijf LSF Services groeien we sterk. De software die we ontwikkeld hebben om de processen in ons eigen bedrijf te stroomlijnen en de voedselveiligheid te garanderen, is nu erg hot in andere voedingsbedrijven. We verkopen dus onze knowhow en producten, zowel in de voeding als de farma. En daar zijn toch wel wat grote namen bij…”

Een andere opsteker in 2020 was de toekenning van de Herman Dessersprijs. “Een heel mooie erkenning, die mijn vrouw en mij veel deugd heeft gedaan. Ook de medewerkers (intussen een 50-tal) waren echt fier, en terecht. Ik moet zeggen dat het onze business wel wat vooruit heeft geholpen. Waar we vroeger uitsluitend in de B2B actief waren, en dus niet veel exposure nodig hadden, kwam het ons goed uit om De Vis Factorij via deze weg een marketing-push te geven. Mooi meegenomen, al blijft de erkenning, tussen al die grote topondernemers, een heel mooi moment.”

Omdat hij door corona wel wat minder kon reizen, bijvoorbeeld om vis te kopen in IJsland, was Axel meer thuis dan gewoonlijk. “Ja, vast en zeker. Iets meer tijd doorbrengen met de familie was best aangenaam. Zo ben ik nog in Spanje geweest voor wedstrijden en trainingen in de paardensport. Zoals je weet is dat een grote hobby van ons gezin, hoewel onze dochter er wel heel intensief mee bezig is. Ze combineert nu haar studies van burgerlijk ingenieur met topsport, waarbij ze begeleid wordt door Ludo Phillipaerts. Best wel zwaar. Het is fijn om haar wat meer te kunnen volgen. In Spanje heb ik trouwens zelf nog een keer met een wedstrijd meegedaan. Op een lager niveau weliswaar, maar toch gewonnen…(lacht).”

“En voor de rest hebben we thuis veel meer gekookt dan gewoonlijk. In normale omstandigheden gaan we graag op restaurant om eens te proeven van onze vis, maar nu hebben we hem zelf moeten klaarmaken. Ook lekker, hoor! Maar nu mag er toch stilletjes een einde aan komen. Net zoals iedereen hunker ik naar de hervatting van ons normale leven. Gelukkig komt er met de vaccinaties enig perspectief en kunnen we weldra opnieuw normaal sociaal zijn. In alle rust genieten van het leven, zoals de Limburgers dat zo goed kunnen. Dat apprecieer ik hier enorm. Nee, ik zie me niet meer terug naar het Antwerpse verhuizen. Het hectische van de grootsteden hoeft niet meer voor mij. Geef mij maar de Limburgse gezelligheid: dat is meer dan prima!”