Le pain quotidien

CEO Le Pain Quotidien: “de ‘bazooka’s’ zijn plastic speelgoedgeweertjes”

BRUSSEL/OVERIJSE/LEUVEN/WEMMEL  - Annick Van Overstraeten, CEO van Le Pain Quotidien, reageert na het Overlegcomité van vorige week en de politieke stilte rond de steunmaatregelen: "de ‘bazooka’s’ zijn plastic speelgoedgeweertjes."

We kregen vrijdag alweer een overlegcomité, met deze keer eindelijk het perspectief dat we al zo lang vragen. Nu ja, erg concreet is dat perspectief niet. Men verwacht “ten vroegste” een heropening van de horeca op 1 mei. En over steunmaatregelen hebben we weer niks vernomen, nochtans is intussen duidelijk dat corona een slagveld zal achterlaten in de horeca en de retail. Er is het afgelopen jaar meermaals over bazooka’s gesproken. In België zijn we bij Le Pain Quotidien niet onder de indruk van die bazooka-steun. Het leken eerder plastic speelgoedpistooltjes. Toch als we kijken wat er wél mogelijk is in de buurlanden.

Annick Van Overstraeten, CEO van Le Pain Quotdien, vraagt de overheid om een ernstig beleid en échte steun voor onze bedrijven.  De Britse overheid gaf al lang een duidelijke scenarioplanning voor de heropening van de horeca: op 12 april mogen de terrassen open, vanaf 17 mei kan er opnieuw binnen gegeten worden, op 21 juni plant men de social distancing maatregelen op te heffen. Dergelijke concrete data maken dat je aan bedrijfsvoering kan doen. In het Verenigd Koninkrijk kunnen ze die planning beloven omwille van hun even duidelijke vaccinatiestrategie.

België loopt helaas hopeloos achter: volgens de statistieken is 32% van Britse bevolking volledig gevaccineerd, in België 2,88%. Ook qua gedeeltelijke vaccinaties bungelen we in de staart met 5%. Dat maakt het zogenaamde ‘perspectief’ erg vaag. Onder voorbehoud, dat moet je als CEO eens proberen: alle maatregelen en planning à la minute naar je hand zetten. Planning op basis van onzekerheid: ik verwacht als burger van onze leiders dat zij dat kunnen, en dat zij dit kunnen communiceren naar de burger, net zoals wij alle moeilijke beslissingen moeten brengen naar onze medewerkers.

Drie maanden geleden zeiden we al: over drie maanden is dit niet meer haalbaar voor de horeca. In januari bleek al uit een bevraging van sectorfederatie Horeca Vlaanderen dat 41 procent van de horecaondernemers moest gebruikmaken van het eigen spaarboekje om het hoofd boven water te houden. 46 procent vreesde binnen dit en twee maanden voor het einde van hun zaak. Ook een onderzoek van de Universiteit Gent eind december toonde dat de huidige steunmaatregelen voor de horeca onvoldoende zijn bij sluiting van meer dan twee maanden. We zijn nu twee maanden verder.

Daarenboven blijken de zogenaamde ‘bazooka’s’ in werkelijkheid plastic speelgoedgeweertjes. Buiten de tijdelijke werkloosheid en de tijdelijke btw-verlaging is er bitter weinig steun. In het geval van Le Pain Quotidien toont een vergelijking met het buitenland dat de voor 2021 ontvangen en/of beloofde steun in België een luttele 1.5% van de vaste kosten dekt, versus ruim 50,5% in Nederland. Bovendien treedt enkel de Vlaamse regering op, terwijl de federale overheid achterop hinkt. Doordat (regionale) premies tot een maximumbedrag beperkt worden, worden grotere werkgevers daarenboven nog meer gepenaliseerd. In Nederland dekt de overheid weerkerende vaste kosten en een deel van het omzetverlies. In Frankrijk wordt 32,8% gedekt door een solidariteitsfonds, dat een deel van de omzet vergoedt. In het Verenigd Koninkrijk (31,4%) is er een mix tussen een vast bedrag per uitbating en een tussenkomst in de huurkosten.

Bij Le Pain Quotidien hebben we, op een paar uitzonderingen na, al onze bakkerijen opengehouden om onze klanten niet in de steek te laten. Dat is financieel niet langer haalbaar: we zullen meer zaken tijdelijk moeten sluiten, nog meer personeel tijdelijk naar huis moeten sturen. Vandaag heeft meer dan 55% van onze medewerkers al een serieus inkomensverlies. Een deel daarvan heeft intussen een nieuwe job gezocht, en ook onze jobstudenten zijn we kwijt. We staan voor een enorme bijkomende kost in rekrutering en opleiding. Komen daar nog bij: omzetverlies en veel indirecte gevolgen voor onze leveranciers, een heel netwerk van landbouwers en toeleveranciers die hier ook onder lijden.

Door de onduidelijkheid en de onzekerheid van het ‘perspectief’ en door het ontbreken van steun om die onzekerheid te overbruggen, staan wij als horeca alweer voor nieuwe investeringen, nieuwe kennis, nieuwe communicatie voor klanten, nieuwe opleidingen van medewerkers. Deze keer gaat het niet meer over mondmaskers voor het personeel (die we zoals zoveel bedrijven hebben laten produceren), alcoholgel of stickers met pijlen op de vloer, maar over sneltests, CO2-meters en deze keer chirurgische mondmaskers. Alweer zullen we kosten moeten maken en voor hoe lang? Om maar te zwijgen over de vragen die al deze maatregelen oproepen en de noodzakelijke communicatie naar klanten en personeel.

Waar is de steun van de overheid? Ik zie virologen in de studio, in de pers, maar waar zijn de politici die opkomen voor onze belangen en willen luisteren naar de realiteit op het terrein?  Het buitenland toont ons dat het kan. Onze overheid heeft in deze crisis ook een economische verantwoordelijkheid. Ik vraag, behalve een professioneel beleid, maar één zaak aan de federale overheid: geef ons steunmaatregelen die écht ondersteunen. Copypaste wat mij betreft de steunmaatregelen van onze buurlanden.

We hebben een veelheid aan overlegcomités, monitoringcomités en adviesraden, en toch geen resultaat. Een volledige sector dreigt te verdwijnen.