Wat zijn wij met z’n allen toch brave burgers. Dat bleek deze week nog maar eens toen het Grondwettelijk Hof een decreet van de Vlaamse Overheid vernietigde over de regeling van de terugdraaiende teller voor eigenaars van zonnepanelen. Akkoord, tienduizenden mensen voelden zich weliswaar bekocht en schreeuwen dat luid uit op de sociale media. En ja, er was zelfs iemand die nog verder ging in zijn engagement. Een man uit Bornem nam het op voor alle medegedupeerden en wil de overheid in gebreke stellen.
En toch vind ik dat we brave burgers zijn… Opgelet, ik wil dit medium zeker niet misbruiken om op te roepen om het parlement te bestormen of om de anarchist uit te hangen, als u dat misschien zou denken. Ik wil gewoon even gezegd hebben dat er een spreekwoord bestaat dat zegt ‘Nood breekt wet’. Dat betekent dat er bij moeilijke omstandigheden meer geoorloofd is.
En dat vind ik, als het over de terugdraaiende teller gaat, van toepassing. Waarom?
De beslissing van het Grondwettelijk Hof houdt niet alleen in dat duizenden mensen een hogere energierekening zullen krijgen. Wat veel erger is, is dat niemand nog geneigd zal zijn om zonnepanelen te plaatsen. En al zeker niet om een elektrische auto te kopen of om een warmtepomp te plaatsen. Dat betekent dus dat niet alleen onze portemonnee maar ook het milieu de grote verliezer is.
De regeltjes, wetten en decreten die we onszelf opleggen zorgen er dus onrechtstreeks voor dat we onze kinderen en kleinkinderen achterlaten met een planeet die helemaal naar de knoppen is.
En dat allemaal omdat het Grondwettelijk Hof vindt dat het niet de bevoegdheid van Vlaanderen was om een regeling uit te werken in het voordeel van eigenaars van zonnepanelen.
Regels en wetten moeten er zijn, maar als het echt nodig is moeten we ze ook naast ons neer durven leggen. We mogen buiten onze bubbel momenteel bijvoorbeeld ook niet knuffelen, laat staan iemand kussen. Een goede regel, die te verantwoorden is.
Maar stel dat u morgen een hartaanval krijgt. Als ik in de buurt ben zal ik u niet laten doodgaan, ondanks het feit dat ik u eigenlijk niet mag aanraken. Nee, ik zal u proberen te reanimeren. Als het nodig is zelfs met mond op mond beademing. Nood breekt nu eenmaal wet.
En als u vindt dat ik in dit opiniestukje misschien wat kort door de bocht ga, dan geef ik u gelijk. Maar, zoals ik al zei… nood breekt wet.