vlerick business school

De Vlerick School ziet te weinig gazelles in West-Vlaanderen

KORTRIJK, GENT - De Vlerick School heeft een nieuwe en diepgravende studie gemaakt over snelgroeiers en hun belang voor de economie. Snelgroeiers zijn bedrijven met minstens tien werknemers die gedurende een periode van drie jaar hun werknemersaantal met minstens 20% per jaar zagen toenemen. West-Vlaanderen scoort bepaald niet top, zo concludeert de Vlerick School.

Snelgroeiende ondernemingen staan bekend als de motor van jobcreatie. In de laatste beschikbare onderzoeksperiode (2015-2018) waren 920 snelgroeiende bedrijven verantwoordelijk voor 52.779 nieuwe banen. Dat is 3,8% van de Belgische bedrijven met minstens 10 werknemers. België doet het daarmee minder goed dan het Europees gemiddelde, maar deze groep van gezonde Belgische ‘gazelles’ geeft wel blijk van stabiliteit. Door de jaren heen creëren ze tijdens elke groeiperiode steeds om en bij de 50.000 banen, bijvoorbeeld ook in de periode 2009-2012 die werd geteisterd door de financiële crisis. Een hoopgevend signaal, zeker nu heel wat bedrijven moeite hebben om het hoofd boven water te houden.

Hoop in bange dagen

De Vlerick Business School, en meer bepaald het Impulscentrum Groeimanagement voor Middelgrote Ondernemingen (iGMO) van Hans Crijns en Yannick Dillen, publiceerde nu een nieuwe studie. Professor Crijns en docent Yannick Dillen analyseerden daarbij beschikbare cijfers over Belgische snelgroeiende bedrijven uit de periode 2015-2018, in combinatie met een bevraging bij Belgische eigenaars/managers van groeibedrijven. Die bevraging dateert van vlak voor de eerste coronagolf, maar werd aangevuld met een opvolgbevraging in de zomer.

“Momenteel maakt de economie turbulente tijden door”, aldus Yannick Dillen. “Het risico op banenverlies is enorm. Om de economische motor aan de praat te houden, zullen deze snelgroeiende bedrijven een baken in de storm zijn. De overheid mag in haar beleidskeuzes deze groep van snelle groeiers dus zeker niet uit het oog verliezen. Deze ondernemingen dragen disproportioneel bij aan de welvaart door aan hoog tempo banen en toegevoegde waarde te scheppen. Wanneer men uitgaat van het principe dat de overheid haar middelen op de meest efficiënte wijze moet inzetten, is het steunen van snelgroeiende ondernemingen in plaats van ondernemingen in moeilijkheden mogelijks geen verkeerde strategie.”

Lessen uit corona

Want hoewel de samenstelling van de groep gazelles elk jaar verandert, is hun capaciteit om banen te creëren groot en stabiel. Het zijn bedrijven met een zeer sterke ‘product-market fit’ die daarenboven ook zeer winstgevend zijn. Een crisisperiode zoals we die vandaag doormaken, zal ook de snelle groeiers treffen. Maar deze bedrijven zijn meestal zo gezond dat ze als eersten weer opstaan en extra banen creëren. Een bijkomend interessant aspect is dat deze snelgroeiende bedrijven verspreid zijn over bijna alle sectoren.

Tevens kunnen we lessen trekken uit de manier waarop snelle groeiers de coronacrisis aanpakken. Yannick Dillen: “In eerste instantie focussen hun acties op de gezondheid en motivatie van hun medewerkers. Tegelijkertijd schakelen ze snel over op een strikt cash management. Ze implementeren innovatie nog sneller dan voorheen, waardoor ze onverhoopte ‘quick wins’ kunnen maken. Ze ontdekken nieuwe manieren om klanten te bereiken en om nieuwe markten te betreden. En vooral: de ondernemers pakken deze crisis aan met een ongeziene positieve energie. Dat is waarschijnlijk hun grootste troef.”

In de studie passeren net geen duizend bedrijven de revue. De provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en het Brussels Gewest laten een oververtegenwoordiging van snelle groeiers optekenen. In West-Vlaanderen, Luik en Henegouwen is er een duidelijke ondervertegenwoordiging van snelle groeiers, aldus de studie.