Al 20 jaar woont en werkt chef-kok Wim Van Gorp, afkomstig van Kasterlee, in Parijs. 7 jaar geleden opende hij er met Comme chez Maman zijn eigen restaurant. Midden vorige maand kwam daar een 2de zaak bij: Wim à table. “Er deed zich een opportuniteit voor”, vertelt hij aan de telefoon.
Wim Van Gorp trok na zijn opleiding in Koksijde naar Frankrijk, waar hij in verschillende sterrenzaken werkte, onder meer in het Parijse restaurant Market van sterrenchef Jean-Georges Vongerichten. 7 jaar geleden opende hij in het 17de arrondissement zijn eigen Comme chez Maman, dat hij uitbouwde tot een gastronomisch restaurant met momenteel 60 couverts.
Daar komt nu Wim à table bij. “Een mooie opportuniteit in dezelfde straat”, legt hij uit. “Vlak bij mekaar, dat is makkelijker te beheren. Ik had ook de goesting om het bedrijf uit te breiden.” Het nieuwe eethuis laat zich een gastronomische bar noemen waar je kleine gerechtjes aan een schappelijke prijs – tussen 5 en 10 euro – kunt eten. “Dit is een andere manier van eten dan in onze eerste zaak, die gericht is op echt tafelen met een grote wijnkaart.”
Concurrentie groter
Er zijn wel wat verschillen tussen een horecazaak runnen in Kasterlee of in een grootstad als Parijs. “De concurrentie is veel groter, zo ook de financiële risico’s. In een grote stad moet je weten wat je doet, moet je een visie hebben. Je moet ook een naam creëren. Ik denk dat wij een waardevolle naam hebben opgebouwd die staat voor versheid, kwaliteit en een normale prijs.”
Wim à table is 7 dagen op 7 open van ’s middags tot ’s avonds. “Mensen hoeven zich nooit af te vragen wanneer we open zijn. De investering is ook gepland op 30 dagen en niet op 20. En het loopt heel goed. Het managen van de zaak is van het grootste belang.”
Naast de twee horecazaken lanceerde Wim Van Gorp 2 jaar geleden in de Franse hoofdstad een eigen bier: La Wim, dat als ondertitel ‘La bière des chefs’ kreeg. “Het is een blond, ongefilterd bier. De verkoop loopt goed. We produceren zo’n 200 hl per maand en exporteren intussen naar 18 landen.”