Kovéra viert 50-jarig bestaan met 1.300 bezoekers

KOVERA_lucht02 kopieZaterdag viert Kovéra uit Hulshout zijn 50ste verjaardag. Zo’n 1.300 geïnteresseerden hebben zich geregistreerd om het bedrijf in werking te zien en deel te nemen aan het feestprogramma. Sinds een week is het bedrijf, dat een omzet realiseert van zo’n 11 miljoen euro, weer helemaal in familiaal bezit nadat de aandelen van de Nederlandse DMG-groep weer zijn overgenomen. “Zo kunnen we weer helemaal onze eigen koers varen”, zegt commercieel directeur Johan Plees.

Kovéra werd in 1965 opgericht door het echtpaar Maurice en Hilde Koenig-Verschoren. Ze begonnen als kleine schrijnwerkerij maar breidden gaandeweg uit. Anno 2015 stelt de onderneming een 100-tal mensen te werk, waarvan een 65-tal in de hoofdvestiging in Hulshout, waar ook de productie gebeurt. Kovéra beschikt er over een eigen meubelmakerij, een lakkerij en een steenkapperij voor de productie van keukens, badkamers en maatkasten. De fabriek heeft een oppervlakte van 18.000 vierkante meter. Daarnaast zijn er showrooms in Geel, Heist o/d Berg, St.-Joris-Winge en Wilrijk.

Familiale karakter
Intussen zijn ook de vier zonen van de stichters in het bedrijf actief. Chris Koenig is algemeen zaakvoerder, Benny is de winkelverantwoordelijke in Heist, Jurgen tekenaar in Geel en Luc de verantwoordelijke van de servicedienst. Vader en moeder, zeventigers intussen, wonen bij de fabriek en laten zich nog dagelijks zien op de werkvloer.

“Wij onderscheiden ons door het familiale karakter”, vertelt Johan Plees. “Een echt Kempens karakter waar het gaat om een 100% tevredenheid bij de klanten en niet in de eerste plaats om de cijfers en de centen. Daar kunnen we ons nu weer volledig op focussen sinds de zaak opnieuw volledig in familiale handen is. We willen blijven groeien. De komende jaren maken we werk van een make-over van de bestaande winkels en de bedoeling is om er op termijn bijkomende te openen, hoewel dat nog niet concreet is. We hebben tot dusver ook weinig publiciteit gemaakt. De groei die we maakten, gebeurde veelal door mond-aan-mondreclame.”