In het voorjaar van 2013 werd bij een routinecontrole in het opslaggebouw voor laagactief afval bij Belgoprocess een zeer beperkte gelvormige uitloop vastgesteld bij 5 afvalvaten. Bij een systematische inspectie waarbij hetzelfde type vaten werd geopend vond men gelvorming bovenop de betonmatrix waarin het afval wordt ingesloten. De voorbije maanden werd de situatie volledig in kaart gebracht met gerichte controles en analyses. Directeur-generaal Jean-Paul Minon van NIRAS: “Op geen enkel ogenblik is er een veiligheidsrisico geweest voor de werknemers, de omwonenden of het leefmilieu. Het veilige langetermijnbeheer is nu onze prioriteit.”
Belgoprocess, een dochteronderneming van de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS), staat onder meer in voor de veilige opslag van al het Belgische radioactieve afval, zolang dat afval wacht op zijn definitieve bestemming. In februari 2013 werd vastgesteld dat er zich in een aantal vaten met laagactief afval een gel heeft gevormd. Het gaat om afval verwerkt in de kerncentrale van Doel. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) werd onmiddellijk op de hoogte gebracht.
Om de situatie in kaart te brengen werd een uitgebreid controleprogramma uitgevoerd, waarbij alle productiereeksen steekproefsgewijs werden gescreend die verwerkt zijn door de kerncentrale van Doel. Het gaat om vaten die hetzelfde type afval bevatten als de vaten met gelvorming, of vaten die volgens een gelijkaardig procedé zijn verwerkt. Ook vaten van andere afvalproducenten zoals de kerncentrale van Tihange, werden aan onderzoek onderworpen. Dit intensief controleprogramma werd eind 2013 afgerond. Uit de resultaten blijkt dat het fenomeen van gelvorming hoofdzakelijk voorkomt bij vaten met concentraatafval verwerkt in de kerncentrale van Doel (grootteorde 7000 vaten). Concentraten zijn laagradioactieve, vloeibare afvalstoffen, die ontstaan bij de exploitatie van de kerncentrale en die vervolgens worden ingedampt. Er ontstaat dan een soort slib, dat gemengd wordt met beton en een betonnen blok vormt in het vat.
Uit het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak van de gelvorming blijkt dat een alcali-silica reactie in het beton dat het radioactieve afval inkapselt, aan de basis ligt van de gelvorming. De alkali-silica reactie is een complexe chemische reactie tussen de alkaliën uit het concentraatafval met reactief silicium dat aanwezig is in de componenten van het beton (beton is samengesteld uit het bindmiddel cement en uit granulaten zoals zand, grind). Bij een alcali-silica reactie ontstaat de gelachtige substantie die bij sommige vaten is aangetroffen aan de bovenzijde van de betonmatrix.
De veilige tussentijdse opslag van de vaten met gelvorming werd steeds verzekerd en wordt verder nauwgezet opgevolgd. Daartoe werden de nodige maatregelen genomen, zoals uitgebreide controlerondes en een continue opvolging van de lucht in de opslaggebouwen. Ook worden er per productiereeks ‘getuigenvaten’ aangeduid. Die vaten worden periodiek gecontroleerd.
Normaal zouden de vaten in de toekomst geborgen worden in de oppervlakteberging die momenteel in Dessel wordt voorbereid. NIRAS acht de vaten met gelvorming hiervoor momenteel echter niet geschikt. Ze beantwoorden niet aan de zeer strikte kwaliteitseisen voor berging en kunnen in die toestand niet geborgen worden, benadrukt NIRAS. Jean-Paul Minon: “We volgen de vaten nauwgezet op en focussen ons onderzoek op het langetermijnbeheer. De veiligheid moet te allen tijde gegarandeerd zijn, nu maar ook in de verre toekomst.”