Je zult het maar meemaken: je koopt een oud boerderijtje om naderhand vast te stellen dat de balken en het houtwerk vol klopkevers zitten. Het bedrijf avo weet daar wel raad op. Zelfs koning Albert deed een beroep op de specialisten uit Zandhoven om de plafonds in het koninklijk paleis te laten bewerken. Ook de zaal met de befaamde kevers van Fabre diende een beurt te krijgen.
Avo is gespecialiseerd in de renovatie van oude panden en gebouwen. Die hebben vaak last van ongedierte, huiszwammen, schimmel of opstijgend vocht. “We zitten al meer dan 20 jaar in die markt”, zegt zaakvoerder Herman Mees. “In die mate dat we vandaag vanuit de Kempen zelfs heel Vlaanderen doen. Tot in het buitenland toe. Wanneer onze klanten iets gekocht hebben in Frankrijk bv. gaan we er even goed op af.”
Dat het bedrijfje uit Zandhoven zo goed stand kan houden ten aanzien van grote concurrenten als Rentokil bv. “heeft alles te maken met onze snelle flexibiliteit. Wanneer een klant ons contacteert reageren we onmiddellijk. En bij ons is een woord nog altijd een woord”, zegt Estelle Descamps. “Wij zeggen woensdag en dan zijn we er ook woensdag. Voor onze klanten is een gegeven woord in moeilijke omstandigheden altijd heel belangrijk.”
De specialisten van avo worden overigens geregeld gebeld door grote aannemingsbedrijven die de renovatieklus bij voorkeur overdragen aan de mannen uit Zandhoven. Het aanpakken van insecten in het hout is nu eenmaal niet iedereen gegeven. avo garandeert zijn opdrachtgevers trouwens dat er steevast gewerkt wordt met producten die erkend zijn door het ministerie van Volksgezondheid;
Avo heeft in de afgelopen jaren al heel veel kerkzolders afgewerkt. De dakgebintes van geklasseerde gebouwen moeten in dit opzicht preventief behandeld worden. Avo heeft daarom ook het gebouw van de Red Star Line in Antwerpen aangepakt.
Met een omzet van 200.000 euro is avo relatief klein “maar dat is nu net ook onze sterkte” zegt Herman Nees. “Wij zijn met ons drieën en houden altijd korte lijnen aan tussen de klant en de werf waarvoor wij gevraagd worden.”