De garenproducent Spin-Group investeert 6 miljoen euro in zijn vestiging in het Limburgse Peer. Er worden twee productie-eenheden gebouwd voor de aanmaak van kunststofgarens uit polypropyleen. Dat de investering in Peer gebeurt en niet in de vestiging van de groep Grobbendonk komt omdat de site in de Kempen de facto té klein is.
“Neen, de investering in Peer betekent niet dat de site van Grobbendonk op termijn zal verdwijnen”, zegt financieel directeur Tom Cappuyns. “Grobbendonk heeft nu een geïnstalleerde productiecapaciteit van 400 ton op maandbasis. Die verplaats je niet zomaar. Peer krijgt met de investering dan wel een identieke productiecapaciteit aan kunststofgarens van eveneens 400 ton.” In Grobbendonk werken 20 man.
De Spin-Group produceert zowel natuurlijk wolgaren als kunststofgaren uit polypropyleen. Elke dag rolt 60.000 kilometer aan wolgaren uit de machines en 300.000 kilometer aan kunststofgaren. Het overgrote deel daarvan is bestemd voor de export. Zowel het Witte Huis van de Amerikaanse president Obama als de kantoorgebouwen van Manchester United zijn bekleed met exclusief kamerbreed tapijt met wolgaren van de Spin-Group.
De Spin-Group werkt vanuit drie locaties: Grobbendonk, Peer en een vestiging in Polen. “We hebben alle arbeidsintensieve activiteiten gegroepeerd in Polen”, zegt managing director Michiel Smits. “In België zijn de kennisintensieve activiteiten behouden en de energievretende productieprocessen.”
In de nieuwe investering worden een aantal activiteiten voor wolgaren uit Peer doorgeschoven naar Polen. Peer krijgt dan wél de nieuwe kunststofgarenactiviteiten toegeschoven. Op die manier kan de tewerkstelling in Peer op 80 man behouden blijven.
De Spin-Group is in handen van de Nederlandse familie Smits. Die heeft het bedrijf in de crisis van 2008 doorheen een onvermijdelijk faillissement geholpen en met de steun van mede-investeerders een doorstart mogelijk gemaakt. Cappuyns gelooft in de toekomst: “in volle crisis realiseren wij de grootste investering uit de geschiedenis van het bedrijf. Door hard te werken en te vernieuwen bewijzen wij dat massaproductie toch nog een bestaansrecht heeft in België.”