Binnenschepen op het Albertkanaal worden voortaan geflitst. De beheerder van het kanaal, De Scheepvaart heeft vastgesteld dat verscheidene schepen veel te snel varen. Ze brengen daarbij de veiligheid in het gedrang.
Het is vrij ongewoon: de autoriteiten gaan voortaan de snelheid van de binnenschepen controleren. Daartoe wordt een trajectcontrole ingevoerd op de sluizen van het kanaal. Op die manier kan becijferd worden in hoeveel tijd een schip met een bepaalde tonnenmaat de volgende sluis bereikt. Indien vastgesteld wordt dat het schip in kwestie te snel gevaren heeft zal het opgehouden worden aan de sluis. Het oponthoud zal dubbel zo lang duren als de tijd die werd uitgespaard door te snel te varen.
De maximale vaartsnelheid van een binnenschip op het Albertkanaal is gerelateerd aan de diepgang van het schip. Een boot met een diepgang van 1 meter of minder mag maximaal 15 kilometer per uur varen. Naargelang het schip dieper ligt daalt ook de maximum snelheid. Een binnenschip met een diepgang van 2,5 meter mag slechts 8 kilometer per uur varen.
In een eerste fase zullen de binnenschippers bij een eventuele overtreding gewaarschuwd en geïnformeerd worden. Na een x-aantal verwittigingen zullen hardleerse kapiteins beboet worden.
Het gaat de beheerders niet enkel om de veiligheid op het kanaal. Wanneer schepen te snel varen veroorzaakt de golfslag schade aan de oevers.
Volgens Erik Portugaels, de directeur van De Scheepvaart passeerden in 2012 400.000 containers over het kanaal. Daarbij werd 37 miljoen ton aan goederen verwerkt.