Declercq maxim

Maxim Declercq fileert problematiek van familiebedrijven in een thesis

KORTRIJK – De West-Vlaamse student-ondernemer Maxim Declercq heeft zich in een thesis (Universiteit Gent) gebogen over de problematiek van de familiebedrijven. Hij ging bij zijn onderzoek langs bij een aantal West-Vlaamse en Oost-Vlaamse bedrijven, die hij tot op het bot ondervroeg. Helemaal bovenaan op het to do lijstje staat nog altijd het thema van de opvolging, wat nog altijd veel zorgen baart, aldus Declercq. En hij komt in zijn conclusies ook met een oplossing aandraven: een goed functionerende Raad van Advies kan voor veel soelaas zorgen.

Het gezegde is bekend: de eerste generatie van een familiebedrijf bouwt de zaak op, de tweede generatie bouwt de zaak uit, en de derde generatie bouwt in het slechtste geval de zaak af. Dit blijkt overigens niet alleen een vast gezegde in onze contreien. Leuk weetje: Maxim Declercq kwam en er achter dat er in het buitenland gelijkaardige visies circuleren op de problematiek van de opvolging.

Maxim Declercq maakt in de inleiding van zijn thesis een straffe vaststelling, gebaseerd op wereldwijd wetenschappelijk onderzoek: slechts weinig familiebedrijven blijven drie generaties lang overeind. Daarvoor bestaat meer dan één reden, maar de kwetsbaarheid op het niveau van het management is zeker één van, zoniet dé belangrijkste oorzaak. Omdat veel bedrijfsleiders niet bereid zijn om op het juiste tijdstip plannen te maken voor een CEO-wissel, vergroten ze meestal het probleem. Uiteraard is de niet eenvoudige keuze om de juiste opvolger te vinden, een vaak doorslaggevend element. Maar er kunnen ook andere redenen meespelen: bedrijfsleiders hebben het vaak moeilijk om een successieplan te implementeren omdat ze geen afscheid kunnen nemen van wat ze bestempelen als hun eigen kind. Maar is er, in de opvoeding, geen theorie die zegt dat ouders kinderen moeten begeleiden naar zelfstandige en verantwoordelijke mensen?

Oplossing binnen handbereik

Om een opvolging tussen generaties sereen te laten verlopen bestaat nochtans een dubbele en pasklare oplossing, even simpel als de opkomende zon bij een zomerse dageraad: volg enerzijds de regels van corporate governance (wat zich bijvoorbeeld laat vertalen in een transparant en constructief familiecharter) en roep anderzijds de hulp in van extern advies. Het ideale instrument daarbij is een Raad van Advies. Want het is bekend: vreemde ogen zien meer en kunnen ook helpen dwingen. Een Raad van Advies speelt meerdere rollen tegelijk: bemiddeling, objectivering, initiërend, resource- en mentorrol.

Blijft de vraag hoe een Raad van Advies er optimaal moet uitzien? Maxim Declercq komt tot de bevinding dat externe adviseurs zich niet zozeer  laten leiden door financiële drijfveren. De adviseurs halen hun motivatie vooral elders: ze willen engagement opbrengen, ze willen hu expertise delen en hebben zelf een passie voor familiebedrijven, of voor de sector waarin het familiebedrijf actief is. In mindere mate worden ze gedreven door het willen opbouwen van een netwerk. Nog dit en niet onbelangrijk natuurlijk: tussen de CEO van een familiebedrijf en een of meerdere externe adviseurs moet ook een wederzijdse band van vertrouwen en respect bestaan, zonder te raken aan de onafhankelijkheid.